Mental health from a life course perspective

  • PDF / 66,287 Bytes
  • 1 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 82 Downloads / 252 Views

DOWNLOAD

REPORT


Zijn psychische problemen op jonge leeftijd voorspellend voor de onderwijs- en werkuitkomsten van jongvolwassenen?

Mental health from a life course perspective Kari n Vel d m a n. P ro m o t o re n : p ro f .d r. U . B ü l t m a nn, pro f .dr. S.A . R eijneveld. R ijksuniversiteit Gro n ingen, 1 3 dec em b er 2016 . Karol i en v an N une n

In het proefschrift van Karin Veldman wordt nagegaan op welke manier psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie de onderwijs- en werkuitkomsten beïnvloeden. De psychische problemen waarop gefocust wordt zijn gedragsproblemen, emotionele problemen en aandachtsproblemen. Deze psychische problemen, zo blijkt uit het proefschrift, zijn vanaf de kindertijd tot aan de jongvolwassenheid veelal stabiel.

Doorheen het hele proefschrift, dat bestaat uit een bundeling van vijf wetenschappelijke artikels, worden data gebruikt uit twee prospectieve cohortstudies: de Nederlandse TRAILS studie (Tracking Adolescents’ Lives Survey) en de Deense Vestliv studie. Psychische problemen werden in deze studies in kaart gebracht door zelfrapportage of rapportage door ouders. Er wordt gestart met het nagaan van de effecten van psychische problemen op de onderwijsuitkomsten. Uit de resultaten blijkt dat jongvolwassenen die te maken hebben (gehad) met langdurige gedragsproblemen een hoger risico hebben op een laag opleidingsniveau. Enkel bij meisjes hing een toename van emotionele problemen tijdens de adolescentie samen met een laag opleidingsniveau in de jongvolwassenheid. Er werd geen relatie gevonden tussen een toename van aandachtsproblemen en opleidingsniveau. Aangezien het onderzoek een longitudinale focus heeft, konden verschillende trajecten van psychische problemen vanaf de kindertijd tot aan de jongvolwassenheid in kaart gebracht worden. Vier trajecten werden vastgesteld: hoog-stabiel, midden-stabiel, laag-stabiel en aflopend. Vervolgens werden deze trajecten gekoppeld aan de opleiding- en werkstatus van jongvolwassenen. Hieruit bleek dat jongvolwassenen met hoog-stabiele trajecten van psychische problemen van kindertijd tot jongvolwassenheid een grotere kans hadden aan het werk te zijn zonder startkwalificatie (zonder een diploma havo, vwo, of mbo-niveau 2 of hoger) of inactief te zijn (niet naar school gaand en zonder werk). Er werd ook nagegaan of de trajecten van psychische problemen vanaf de kindertijd tot aan de jongvolwassenheid voorspellend waren voor enerzijds de arbeidsvoorwaarden (aantal werkzame uren, inkomen en soort contract) en

274

anderzijds psychosociale werkkenmerken (zoals ontwikkelingsmogelijkheden en werktevredenheid) op jongvolwassen leeftijd. Uit de resultaten blijkt dat, in vergelijking met jongvolwassenen zonder langdurige emotionele problemen, jongvolwassenen met langdurige emotionele problemen gemiddeld minder uren werkten, een lager inkomen rapporteerden en dat hun psychosociale werkkenmerken slechter waren. Als algemene conclusie van het proefschrift kan gesteld worden dat langdurige psychische problemen die ontstaan zijn in de kindertijd het toekomst