NZa onderzoekt beschikbaarheid prijslijsten mondzorg
- PDF / 73,923 Bytes
- 1 Pages / 476.22 x 685.984 pts Page_size
- 20 Downloads / 190 Views
teert de WRR dat de reputatie van de Inspectie kwetsbaar lijkt. Toch moet de negatieve invloed van deze incidenten op de reputatie van de IGZ niet overschat worden, vindt de WRR. Onderzoek wijst juist uit dat de reputatie van de IGZ de laatste tien jaar stabiel is gebleven. De WRR waarschuwt dan ook voor handelen op basis van sentimenten die gevoed worden door wat de raad aanduidt als ‘de dramademocratie’. Wanneer de Inspectie te veel meegaat in wantrouwen en controle tast dit volgens de WRR de intrinsieke motivatie van hulpverleners aan. Dit leidt uiteindelijk tot nog meer controle. De WRR keert zich ook tegen een te sterke juridische inkadering van de Inspectie. ‘Een eenzijdige nadruk op handhaving van wet- en regelgeving kan het delicate evenwicht tussen coöperatie (compliance) en repressie (deterrence) verstoren‘, aldus de WRR. In het advies hamert de WRR erop dat ‘absolute autonomie’ voor de Inspectie niet realistisch en
490
NZa onderzoekt beschikbaarheid prijslijsten mondzorg
Hebben tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici een prijslijst op hun website en in de wachtkamer? De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzoekt de komende periode of de transparantievoorwaarden worden nageleefd door mondzorgaanbieders. Nu de prijzen in de mondzorg sinds januari 2012 vrij zijn, mag iedere aanbieder zelf zijn prijs bepalen. Het is belangrijk dat consumenten die naar de tandarts gaan kunnen zien welke prijzen hun tandarts hanteert. Het is verplicht om een lijst in de wachtkamer te hangen, en als een tandarts een website heeft, ook om die op de website te plaatsen. Op de prijslijst moeten alle prestaties staan die de tandarts, orthodontist, mondhygiënist of tandprotheticus uitvoert. Er mag slechts één prijs per prestatie op staan,
14
niet productief is. Volgens de WRR is de Inspectie een radertje in een systeem van ‘netwerkgovernance’ waarin de Inspectie zich moet kunnen verstaan met verschillende actoren en responsief moet kunnen handelen. De WRR vindt wel dat de Inspectie meer aandacht moet hebben voor de interactie met specifieke stakeholders, zoals zorgconsumenten. ‘Was de burger voorheen vooral consument van toezicht, in deze tijd van transparantie en social media wordt de burger in toenemende mate partner in toezicht’, constateert de WRR. ‘Dit vraagt om een herdefiniëring door de toezichthouder van de relatie met de burger en een nieuwe invulling van het burgerperspectief in het toezicht.’ Ook de samenwerking met de zorgverzekeraars is volgens de WRR vooralsnog te beperkt. De WRR pleit daarnaast voor meer evidence-based toezicht, gekoppeld aan een duidelijke mediastrategie. Bron: Skipr, 13 maart 2012
Data Loading...