Injured body, injured soul? Predicting and preventing posttraumatic stress disorder after injury
- PDF / 205,067 Bytes
- 1 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 46 Downloads / 183 Views
Injured body, injured soul? Predicting and preventing posttraumatic stress disorder after injury Jo a nne Mout ha a n. P ro m o t o re s : p ro f .d r. M i ra nda O lff , pro f .dr. Bertho ld Gerso ns. Uni ver s i t ei t v a n A m s t e rd a m , 2 0 1 4 . I S B N 9 7 89090286716. Ke es Her t og
De voedingsbodem voor haar dissertatie vindt Joanne Mouthaan in haar familiegeschiedenis: de verhalen van haar uit Indië gerepatrieerde opa. Haar werk bij het Veteraneninstituut en AMC (topzorgprogramma Psychotrauma) geeft haar de kans zich te focussen op het voorspellen en voorkomen van PTSS in de acute fase na traumatisch letsel. Ze volgt een jaar lang de geestelijke gezondheid van 852 volwassen letselpatiënten van de Amsterdamse trauma-units en gaat op zoek naar vroege biomarkers voor PTSS en zinvol in te zetten zelfrapportagevragenlijsten. Ze ontwikkelt en test een vroege psychologische internetinterventie ter preventie van PTSS en bestudeert de effectiviteit van vroege opioïde pijnstilling op het ontwikkelen van PTSS-symptomen. Voor de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige praktijk biedt het onderzoek enkele relevante inzichten.
Gelukkig herstellen de meeste mensen binnen één jaar na een trauma vanzelf van hun psychische klachten. Het is voor het bieden van efficiënte en adequate zorg van belang de ongeveer 20% die dit niet lukt vroegtijdig te kunnen aanwijzen en te ondersteunen bij hun herstel. Voor biomarkers als cortisol lijkt hiervoor nog geen plaats: een lage cortisolrespons wijst wel op een verhoogde kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van PTSS-symptomen, maar kan de diagnose acute/chronische PTSS niet voorspellen. Een korte zelfrapportagevragenlijst, zoals de uit vier items bestaande SPAN, kan goed gebruikt worden om een eerste, brede selectie van patiënten at risk te maken. Deze vragenlijst is afgeleid van de Davidson Trauma Scale en bevraagt als kernsymptomen schrikreacties, fysiologische angstreacties bij herinnering aan het trauma (zoals transpireren, trillen, hartkloppingen, benauwdheid, misselijkheid, diarree), boosheid (irritatie, woede-uitbarstingen) en demping van het gevoelsleven (onvermogen tot gevoel van verdriet of liefde). Bij een sensitiviteit van 80% wordt een (bescheiden) specificiteit van 64% gehaald. Deze groep kan dan uitgebreider diagnostisch onderzoek aangeboden krijgen. Zo’n korte bevraging op kernsymp-
446
tomen zou wellicht ook door de bedrijfsarts in de praktijk gehanteerd kunnen worden om een eerste selectie te maken van cliënten die nadere aandacht vragen. Het aanbieden van de ontwikkelde internetinterventie met elementen uit de cognitieve gedragstherapie blijkt niet zinvol als deze gericht wordt op een ongeselecteerde groep letselpatiënten. Het zelfhulpprogramma kan letselpatiënten met veel vroege PTSS-klachten mogelijk wel baat bieden. Dat een vroege pijnstilling het ontwikkelen van PTSS kan tegengaan, hoeft wellicht niet te verbazen: het doormaken van een langere periode met pijn kan op zichzelf natuurlijk traumatisch zijn. Maar mogelijk is het effect ook te verklaren doordat de
Data Loading...