Bewegen bij chronische aandoeningen

  • PDF / 78,103 Bytes
  • 4 Pages / 439.37 x 666.142 pts Page_size
  • 59 Downloads / 184 Views

DOWNLOAD

REPORT


Samenvatting Er komt steeds meer kennis over het belang van bewegen en fitheid bij de totale populatie en patiënten met een chronische aandoening in het bijzonder. Toegenomen fitheid zorgt voor primaire en secundaire preventie bij onder andere cardiovasculaire aandoeningen. De tijd dat je met een chronische aandoening beter in bed kon blijven liggen, is gelukkig voorbij. Maar hoe adviseren en motiveren we deze mensen. Overdaad schaadt, maar bij wie kunnen we aankloppen om deze groepen patiënten te begeleiden en te adviseren? Daarvoor is kennis nodig over bewegen en de aandoening zelf. In de meeste regio’s zijn er gespecialiseerde fysiotherapeuten of sportartsen om deze categorie mensen te ondersteunen en begeleiden.

Inleiding Met de uitbraak van het COVID-19-virus en de overbelasting op de ic’s en in de ziekenhuizen, weten we zo langzamerhand dat vooral de chronisch zieken (cardiaal, metabool en pulmonaal) een hoger risico hebben op een gecompliceerd (en fataal) beloop, maar ook de obese (waarschijnlijk de zogenaamde niet fitte) medemens lijkt vaker een ziekenhuisopname te verduren te krijgen dan de fitte medemens. Hoogste tijd om daar wat aan te doen en ook de chronisch zieke in beweging te krijgen. Immers, er is geen medicijn zo goedkoop als een beweegkuur en tegelijkertijd is er geen richtlijn zo lastig te implementeren als een gedragsverandering. Hoewel er veel onderzoeken gedaan zijn naar het falen van deze implementatie op populatieniveau zijn er waarschijnlijk te veel (complexe) problemen die een simpele oplossing in de weg staan. Waarschijnlijk zal het ook voor een deel aan de terminologie liggen. Zeg tegen een wat obese patiënt met diabetes mellitus type 2 en hypertensie dat hij moet gaan sporten en hij schiet in de verdediging. Mogelijk ervaart deze persoon hetzelfde als wanneer je een gezonde persoon vraagt om over 4 weken de marathon te gaan lopen. Uitleggen wat de voordelen zijn en kleine stapjes zetten (meer in beweging komen), zal een beter effect hebben en als mensen succes ervaren (minder snel buiten adem, zich fitter voelen, minder medicijnen gebruiken) zal dit bijdragen 56

aan gedragsverandering. Dat betekent ook dat je er met één consult met adviezen over bewegen niet bent. Hier kan een rol liggen voor een praktijkondersteuner, maar de patiënt kijkt ook naar de dokter. Als de arts iedere dag met de auto (met alle goede bedoelingen vanwege spoedconsulten en dergelijke) naar het werk komt en gaat, zal dat gesprek over bewegen minder effect sorteren dan wanneer er tussendoor ook zichtbaar bewogen wordt. Denk aan lunchwandelingen of wel eens aan een hoog-laagbureau gedacht waaraan er staand consulten gevoerd kunnen worden? Het is misschien even wennen, maar als we van onze patiënten vragen om minder te zitten en meer in beweging te komen, dan zouden we daarin zelf het voorbeeld moeten zijn.

Motivatie Maar hoe motiveer je je patiënt met een chronische aandoening en wat zijn de te verwachten gezondheidseffecten? Over de gezondheidseffecten zijn al veel onderzoeken gedaan. In eerste instantie bij c