Gezondheidsverschillen vragen om persoonsgerichte, integrale zorg door eerstelijns- en publieke gezondheidszorg
- PDF / 183,716 Bytes
- 4 Pages / 595 x 842 pts (A4) Page_size
- 79 Downloads / 206 Views
Tijdschr Gezondheidswet https://doi.org/10.1007/s12508-019-0223-9
Gezondheidsverschillen vragen om persoonsgerichte, integrale zorg door eerstelijns- en publieke gezondheidszorg Maria van den Muijsenbergh
© The Author(s) 2019
Mensen met een lage opleiding, weinig inkomen of een migratieachtergrond hebben een slechtere somatische en psychische gezondheid dan anderen. Deze sociaaleconomische en etnische gezondheidsverschillen worden veroorzaakt door de wisselwerking tussen chronische ongunstige omstandigheden (persoonlijke zowel als sociale omgevingsfactoren) en het mede daardoor tekortschietende aanpassingsvermogen, vaak in combinatie met onvoldoende gezondheidsvaardigheden. Persoonsgerichte, integrale zorg besteedt actieve aandacht aan het hele verhaal van de patiënt en aan alle factoren die zijn gezondheid beïnvloeden. Dit zijn van oudsher kernelementen van de huisartsenzorg en leiden tot betere uitkomsten van zorg, ook bij laagopgeleide mensen en migranten. Geïntegreerd met publieke gezondheidszorg en het sociale domein kan huisartsenzorg op deze wijze bijdragen aan het terugdringen van gezondheidsachterstanden.
Sociaaleconomische en etnische gezondheidsverschillen Onder sociaaleconomische gezondheidsverschillen verstaan we de systematische verschillen in gezondheid tussen mensen met een hoge en mensen met een lage maatschappelijke positie. Deze positie wordt in sterke mate bepaald door opleiding, inkomen en migratieachtergrond. De verschillen in levensverwachting tussen hoog- en laagopgeleiden in Nederland zijn groot: in de periode 2011–2014 bedroegen Dit is een Bewerking van het artikel ‘De huisarts maakt het verschil’ in Bijblijven 2018, gebaseerd op de oratie ‘Verschil moet er zijn’, d.d. 8 maart 2018. Prof.dr. M. van den Muijsenbergh () Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Radboudumc, Nijmegen, Nederland [email protected]
deze 6,7 jaar bij mannen en 6 jaar bij vrouwen. De verschillen in gezonde levensjaren (de jaren in een als goed ervaren gezondheid) zijn nog veel groter: laagopgeleide mannen leefden in dezelfde periode 18,7 jaar korter in goede gezondheid dan hoogopgeleide mannen. Voor vrouwen was dit verschil 19 jaar [1]. Deze verschillen nemen nog niet af in Nederland [2]. Wereldwijd geldt: hoe lager op de sociale ladder, hoe hoger het risico op alle belangrijke doodsoorzaken, wel en niet leefstijlgerelateerd. Ook in Nederland zien we grote sociaaleconomische verschillen bij chronische aandoeningen. Mensen met alleen basisonderwijs hadden in 2016 bijvoorbeeld viermaal vaker diabetes mellitus type 2 en viermaal vaker COPD dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding [3, 4]. Deze verschillen betreffen ook psychische en sociale problemen. Maar liefst 21 % van de laagst opgeleide mensen voelt zich psychisch ongezond, vergeleken met 9 % van de hoogst opgeleiden (cijfers over 2013) [5]. Eenzaamheid komt driemaal zo vaak voor onder laagopgeleiden als onder hoogopgeleiden [6] en dementie zien we meer onder laagopgeleiden en migranten [7]. Niet-westerse migranten hebben in het algemee
Data Loading...