Het verleden voorspelt de toekomst
- PDF / 45,131 Bytes
- 1 Pages / 595.275 x 841.889 pts (A4) Page_size
- 73 Downloads / 176 Views
protocol dat kan worden gebruikt bij de ‘warme overdracht’ van informatie van de GAGS naar de bedrijfsarts tijdens de overgang van de acute naar de nazorgfase in de afhandeling van een incident waarbij biomonitoring wordt toegepast. De bedrijfsarts is immers degene die de gezondheid van werknemers bewaakt, beschermt en bevordert. LITERATUUR 1. Scheepers PTJ, Bos P, Konings J, et al. Application of biological monitoring for exposure assessment following chemical incidents. A procedure for decisionmaking. J Expos Sci Environ Epidemiol 2011; 21(3): 247-261. 2. Eggens ML, Bos PMJ, Grievink L, et al. GGD-richtlijn medische milieukunde. Biomonitoring bij kleinschalige (chemische) incidenten. RIVM-rapport, Bilthoven, 2011 (in druk).
R E F E R A AT
Het verleden voorspelt de toekomst The histor y of registred sickness absence predic ts future sickness absence.
C.A.M. Roelen, P.C. Koopmans, J.A.H. Schreurder, J.R. Anema, A.J. van Beek. Occup Med 2011; 61: 96101. Ziekteverzuim heeft vaak een repeterend verloop. Frequent kort verzuim is vaak een voorbode van meer dan gemiddeld aantal toekomstige korte verzuimperioden. Meestal berust kort episodisch verzuim niet op een ernstige kwaal. Veelal betreft dit episodisch optredende aandoeningen zoals migraine, astma. Een Amsterdamse onderzoeksgroep onderzocht de vraagstelling in hoeverre het aantal verzuimdagen of het aantal verzuimperioden indicatief is voor toekomstig werkverzuim. Zij kozen hiervoor de verzuimgegevens van 551 personen, werkzaam in een ziekenhuis tussen 2004-2008 die ten minste 5 jaar in dezelfde functies hadden gewerkt. Het jaarlijkse totale aantal verzuimdagen respectievelijk verzuimperioden werd geordend in vier ordinale schalen: 0, 1-6, 7-21 en >21 dagen, respectievelijk: 0, 1, 2 en ≥3 perioden. Bij het onderzoek vergeleek men de verzuimgegevens uit 2008 met die in voorgaande jaren. Diverse statistische regressieanalyses werden toegepast. Zoals verwacht was er een positieve correlatie tussen het aantal verzuimdagen en het aantal verzuimperioden. Verder bleek dat het aantal verzuimperioden, meer dan het totale aantal ver-
356
zuimdagen, een voorspellend karakter had wat betreft het toekomstige verzuim. Het voorspellend vermogen van de totale verzuimduur was 15% (4-17%), en dat van het aantal verzuimperioden 25% (16-31%). Combineerde men het aantal verzuimperioden van twee jaar te samen dan was het voorspellend vermogen zelfs 30%. De sterkte van deze studie is het gebruik van objectieve goed gevalideerde verzuimdata en de homogeniteit van de onderzochte ziekenhuispopulatie. De conclusies op basis van de resultaten bij deze ziekenhuismedewerkers kunnen niet zonder meer worden gegeneraliseerd naar andere bedrijfstakken. De keuze van de ordinale schalen werd bepaald door de distributie van de verzuimperioden in de onderzoekspopulatie waarin een grote groep van ‘niet-verzuimers’ bestond. Bij toekomstige, soortgelijke studies kunnen deze ordinale schalen anders uitvallen. Ook dit kan problemen geven bij vergelijking. Samengevat: Verzuim is indicatief voor toekomstig
Data Loading...