In de wetenschap

  • PDF / 1,717,292 Bytes
  • 1 Pages / 609.449 x 807.874 pts Page_size
  • 21 Downloads / 143 Views

DOWNLOAD

REPORT


Rubriek over wetenschappelijk onderzoek. Gepromoveerd of afgestudeerd? Mail naar [email protected]

tekst Francine Aarts

Arbeidsomstandigheden Werkbelasting bij verpleegkundigen: deze factoren spelen een rol

W

at bepaalt hoe druk verpleegkundigen het op een dag hebben? Onderzoeker en bedrijfskundige Miranda van den Oetelaar volgde 15 dagdiensten lang verpleegkundigen op 6 chirurgische verpleegafdelingen van een academisch ziekenhuis in Nederland. Observatoren registreerden precies waar de verpleegkundigen hun tijd aan besteedden. Verpleegkundigen bleken tussen de 50 en 70% van hun tijd aan patiëntgebonden taken te besteden en 15-30% aan algemene taken zoals administratie en onderwijs. Bovenop de basiszorgtijd die voor alle patiënten gelijk is, bleek een aantal patiëntkenmerken tot hogere zorgtijd te leiden. Bijvoorbeeld intensievere begeleiding met ADL en mobilisatie, psychosociale ondersteuning, uitgebreide wondzorg en stomazorg of meerdere infusen/ drains. Van den Oetelaar combineerde deze gegevens met de personeelsbezetting van de afdeling, waarbij ze rekening hield met de ervaring van verpleegkundigen: ervaren, pas gediplomeerd of student. Op basis van al deze gegevens berekende ze de werkbelasting per dagdienst. Ook vroeg ze de verpleegkundigen om hun werkbelasting in te schatten. Het bleek dat verpleegkundigen dagdiensten met een hoge ‘berekende werkbelasting’ ook daadwerkelijk zwaarder ervaarden, zowel emotioneel als fysiek. Verpleegkundigen die veel steun van collega’s ontvingen, gaven minder zware werkbelasting aan. Hoe meer tijd ze besteedden aan patiëntenzorg, hoe hoger verpleegkundigen de hoeveelheid werk en

Verpleegkundigen besteedden 50 tot 70% van hun tijd aan patiëntgebonden taken het werktempo ervaarden. Uiteindelijk zal het onderzoek van Van den Oetelaar moeten leiden tot een gebruiksvriendelijke methode om de werklast op de afdeling beter te voorspellen, zodat de bezetting daarop aangepast kan worden.

Ouderenzorg Ouderen doen nieuwe contacten op dankzij zelfmanagementtraining

B

ijna de helft van de ouderen die meededen aan de groepsvariant van de zelfmanagementtraining Grip en Glans hield contact met hun medecursisten. In duo’s of in kleine groepjes bleven de cursisten elkaar regelmatig ontmoeten zonder tussenkomst van de cursusleider. Deze ontmoetingen gaven de ouderen een gevoel van waardering en verbondenheid. Dat en meer blijkt uit het promotie-

De ontmoetingen gaven de ouderen een gevoel van waardering en verbondenheid onderzoek van bewegingswetenschapper Daphne Kuiper. Ook kon Kuiper eerder onderzoek bevestigen: de zelfmanagementvaardigheden en het welbevinden van de ouderen gingen ook vooruit na het volgen van de training. De Grip en Glans-interventie is gericht op het totale welbevinden van ouderen, niet op een geïsoleerd gezondheidsprobleem. De interventie kan zowel worden ingezet bij ouderen die al te maken hebben met fysieke, mentale of sociale verliezen, als preventief bij ouderen die hier (nog) niet mee te maken hebben. De interventie is gericht op het positieve: wat kan