Nieuws

  • PDF / 3,117,576 Bytes
  • 6 Pages / 609.449 x 807.874 pts Page_size
  • 88 Downloads / 167 Views

DOWNLOAD

REPORT


Nog zeker 5000 kankerdiagnoses niet gesteld door COVID-19 Sanne Dijkhuizen

Sinds de uitbraak van COVID-19 in februari is het aantal kankerdiagnoses fors gedaald ten opzichte van de maanden daarvoor. Patiënten gingen minder vaak naar de huisarts, de huisarts verwees minder vaak door, de bevolkingsonderzoeken werden stopgezet en de diagnostiek in de tweede lijn duurde langer. Sinds week 15 (6 april) stijgt het aantal diagnoses weer, maar er is nog steeds een forse achterstand van naar schatting 5000 kankerdiagnoses in vergelijking met voorgaande jaren. Dat blijkt uit de cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie, op basis van de landelijke pathologiedatabase PALGA, die het integraal kankercentrum Nederland (IKNL) gepubliceerde. De grootste afname in het aantal kankerdiagnoses lag bij de huidtumoren exclusief basaalcelcarcinoom (afname tot 39% ten opzichte van de periode ervoor) en bij prostaatkanker (70% van de periode ervoor). Ook het aantal borstkankerdiagnoses daalde vanaf week 14 (30 maart) en is gemiddeld 65% van het aantal voor de COVID-19-crisis. De daling was het sterkst bij vrouwen tussen de 50 en 74 jaar, de leeftijdsgroep die wordt uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek. Vanaf 16 maart werden de bevolkingsonderzoeken naar borst-, baarmoederhalsen darmkanker stopgezet. Bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhals- en darmkanker worden veel voorstadia van tumoren gevonden, waardoor het effect van stopzetten van het bevolkingsonderzoek op korte termijn niet werd verwacht en gezien. Het IKNL laat in een update weten dat het aantal diagnoses in juni over de hele linie weer op het normale aantal van voor de COVID-19-crisis lijkt te liggen. Naar schatting van het IKNL zijn er echter nog zeker 5000 nieuwe kankerdiagnoses (exclusief huidtumoren) niet gesteld. Het gevolg voor de patiënt is een mogelijk later stadium van de diagnose, 6

HUISARTS EN WETENSCHAP OKTOBER WETENSCHAP  OKTOBER 2020

Foto: national Cancer Institute

met eventueel zwaardere behandeling en slechtere overleving tot gevolg. Daarnaast zal, wanneer de diagnoses van de periode daarvoor alsnog worden gesteld, de druk op de zorg toenemen. Voor de huisartsenpraktijk betekent dit dat zich per normpraktijk waarschijnlijk 1 patiënt

bevindt bij wie de diagnose kanker door COVID-19 niet is gesteld. Zie ook de [online figuren].  ■ Integraal kankercentrum Nederland. COVID-19 en kanker. Update 10-7-2020.

www.iknl.nl/covid-19.

Meer eiwit eten, langer leven Ariëtte Sanders

Meer (plantaardig) eiwit eten hangt samen met een significant lager risico op overlijden. Dat blijkt uit een meta-analyse van 31 prospectieve cohortonderzoeken, hoofdzakelijk uitgevoerd in westerse en Aziatische landen. De auteurs van deze goed opgezette meta-analyse – waarvan 15 cohortonderzoeken met een lage kans op bias – includeerden 715.128 personen en follow-upperiodes die varieerden van 3,5 tot 32 jaar. In deze groep overleden in totaal 113.039 mensen (16.429 door cardiovasculaire ziekten en 22.303 door kanker). De onderzoekers zagen een direct

verband tussen meer eiwit in het