Normale schildklierfunctie anno 2009
- PDF / 72,258 Bytes
- 4 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 102 Downloads / 185 Views
Normale schildklierfunctie anno 2009 Aanvullend commentaar op bespreking NIV-richtlijn Schildklierfunctiestoornissen in TBV van mei 2009 Lies van ’ t Riet
Als bedrijfsarts en adviseur bij Schildklierstichting Nederland was ik verheugd met de bespreking van de NIV-richtlijn Schildklierfunctiestoornissen in TBV van mei 2009.1,2 De richtlijn is inmiddels 2,5 jaar oud en grotendeels gebaseerd op literatuur van vóór 2006. Voor de praktijk van de bedrijfsarts is van belang dat er sindsdien inzichten zijn die een ander licht werpen op normale thyroid stimulating hormone (TSH)-range. Dit kan gevolgen hebben voor het herkennen van schildklierfunctiestoornissen en ook voor de interpretatie van postpartum klachten en mogelijkheden bieden voor adequate behandeling. WAT I S E E N ‘ N O R M A L E ’ T S H - WA A R D E ?
Bepaling van serum TSH staat centraal bij het diagnosticeren van schildklierfunctiestoornissen. De NIV-richtlijn stelt: ‘Een normale TSHwaarde sluit een schildklierfunctiestoornis vrijwel uit’ en dit is ook het uitgangspunt in de NHGstandaard van juni 2006.3 Bij een normaal TSH wordt verder onderzoek volgens de huidige richtlijnen achterwege gelaten. Echter, de bovengrens van de TSH-normaalwaarde staat ter discussie en dit heeft consequenties voor het vaststellen van hypothyreoïdie. De huidige normaalwaarde voor serum TSH dateert van enige decennia geleden. Bij de vaststelling hiervan is geen rekening gehouden met recente inzichten zoals de voorspellende waarde van thyroid peroxidase (TPO)-antistoffen of het individuele setpoint van de schildklierstofwisseling. Onderzoek naar de TSH-range bij gezonde proefpersonen, zonder schildklierlijden, auto-immuniteit of belaste familieanamnese, laat een TSHrange zien die qua bovengrens (veel) lager ligt dan de gangbare 4,0 mIU/l. Daarbij blijkt er sprake te zijn van een individueel setpoint met een
Mw.drs. A.E. van ’t Riet, bedrijfsarts tot 4-1-2010 beleidsadviseur projecten Schildklierstichting Nederland CORRESPONDENTIEADRES: E-mail: [email protected]
68
intra-individuele variatie die veel kleiner is dan de interindividuele variatie. Dit is belangrijk bij de interpretatie van individuele lab-waarden. Een TSH-waarde van 4 mIU/l, bijvoorbeeld, kan bij de ene persoon euthyreoïdie betekenen, terwijl bij iemand die normaliter een TSH van 1,0 heeft, sprake kan zijn van (beginnende) hypothyreoïdie.4-6 Dit individuele setpoint is een van de verklaringen voor het verschil in klachten en beperkingen tussen patiënten met dezelfde schildklierwaarden. In 2008 werd in Endocrine Reviews een uitgebreid review van Biondi en Cooper6 gepubliceerd over subklinische schildklierfunctiestoornissen (TSH licht verhoogd c.q. verlaagd, FT4 nog in normale gebied). Een veelheid aan klachten en functiestoornissen zijn hiermee geassocieerd, zoals effecten op fertiliteit en verloop van de zwangerschap, cognitieve beperkingen en cardiovasculaire risicofactoren als cholesterol, lipiden en bloeddruk. Uit een aantal studies komt naar voren dat behandeling met L-thyroxine bij verschijnselen van subkl
Data Loading...