Benchmark wmo 2010: daling uitvoeringskosten wmo

  • PDF / 66,643 Bytes
  • 1 Pages / 482 x 685 pts Page_size
  • 43 Downloads / 144 Views

DOWNLOAD

REPORT


Jancor de Boer, directeur van Mezzo: ‘De vragen geven ook een goed beeld van de zorgen van mantelzorgers. Zij hebben soms minder inkomsten doordat werk en mantelzorg gecombineerd

363

moeten worden. Tegelijk hebben ze soms meer uitgaven door de zorgsituatie.’ Bron: Skipr, 7 februari 2011
3-2011

2009 is dit percentage gestegen naar 72. De inspanningen van gemeenten en steunpunten mantelzorg om meer bekendheid te geven aan mantelzorg hebben daarmee het beoogde effect. De bekendheid van het ondersteuningsaanbod is gegroeid van 34 procent in 2008 naar 72 procent in 2009. Respijtzorg, een van de ondersteuningsvormen, is daarop een uitzondering. Bij veel gemeenten is het aanbod aan respijtzorg onbekend. Ongeveer de helft van de gemeenten heeft geen zicht op het aantal beschikbare plaatsen voor respijtzorg. De onderzoekers van SGBO merken dit feit aan als een verbeterpunt, omdat juist respijtzorg overbelasting bij mantelzorgers kan voorkomen. Zelfstandig Uit het tevredenheidsonderzoek onder cliënten van individuele voorzieningen blijkt dat bij 81 procent van de cliënten de ondersteuning er ‘zeer veel’ of ‘redelijk’ aan bijdraagt dat men zelfstandig kan blijven wonen. De Wmo helpt zo mee aan het uitstellen van intensievere en duurdere (AWBZ-)zorg. Wmo en AWBZ zijn communicerende vaten; maar gemeenten lijken dit niet zo te ervaren. Uit de benchmark blijkt dat 65 procent van de gemeenten geen zicht heeft op wachtlijsten voor de intramurale zorg. De onderzoekers tekenen hierbij aan dat de bedoeling van de wet