Taakdelegatie en toekomstige competenties
- PDF / 720,465 Bytes
- 3 Pages / 595.276 x 793.701 pts Page_size
- 1 Downloads / 145 Views
Heden, verleden en toekomst van de praktijkondersteuning (2)
Taakdelegatie en toekomstige competenties Sietsche van Gunst
In een driedelige serie besteedt het Tijdschrift voor praktijkondersteuning aandacht aan het ontstaan en de ontwikkeling van de PraktijkOndersteuning Huisartsenzorg (POH) in Nederland. Aanleiding voor en basis van deze artikelen is de in oktober 2012 verschenen uitgave van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL: Praktijkondersteuners in de huisartspraktijk (POH’s), klaar voor de toekomst? In het eerste deel van de serie kwam de geschiedenis aan de orde, dit deel behandelt taakdelegatie en toekomstige competenties; en deel 3 zal gaan over hoe patiënten de praktijkondersteuner zien. Taakdelegatie, suppletie en effecten
Huisartsen delegeren de begeleiding van patiënten met chronische aandoeningen aan praktijkondersteuners. Het effect van deze taakdelegatie is groter dan je zou verwachten: naast de verschuiving van taken is er ook sprake van suppletie. Hierbij gaat het om aanvullende werkzaamheden van de ene beroepsgroep bovenop de taken van de andere beroepsgroep. De komst van de praktijkondersteuner blijkt namelijk een toegevoegde waarde binnen de huisartsenpraktijk: betere signalering van problemen, controles, voorlichting en begeleiding van patiënten met chronische aandoeningen. Uit het onderzoek van het NIVEL blijkt dat taakdelegatie van huisartsen naar praktijkondersteuners een verbetering is van de zorg voor patiënten met chronische aandoeningen.1 Een voorbeeld daarvan is een onderzoek naar het effect van de inzet van praktijkondersteuners bij cardiovasculair risicomanagement. Hieruit blijkt dat de begeleiding door praktijkondersteuners vergelijkbare resultaten heeft met die door huisartsen; praktijkondersteuners hadden zelfs een beter resultaat bij de daling van het cholesterol.2 Een ander (logisch) effect van praktijkondersteu82
ners betreft de productiviteit. Simpel gezegd heeft een praktijk met een of meerdere praktijkondersteuners meer patiëntencontacten ten opzichte van de tijd: tussen de 2 tot 8% meer contacten. De komst van de praktijkondersteuner heeft positieve effecten, al zijn niet alle verwachtingen uitgekomen. Veel huisartsen hoopten misschien dat de praktijkondersteuner ook hun werkbelasting zou verminderen, maar dat bleek niet zo te zijn. Delegeren brengt namelijk ook nieuwe taken met zich mee in het kader van samenwerking en onderlinge afstemming: meer overlegmomenten bijvoorbeeld. Het feit dat de zorg voor patiënten met chronische aandoeningen is verbeterd, biedt veel huisartsen echter voldoende troost, verwacht ik. Out of the box
In de meeste praktijken begeleidt de praktijkondersteuner patiënten met chronische aandoeningen (diabetes, astma/COPD, hart- en vaatziekten), maar er zijn ook huisartsenpraktijken die nieuwe mogelijkheden zien voor de praktijkondersteuner. Zo wordt de praktijkondersteuner ingezet om de ouderenzorg op poten te zetten of uit te voeren. Ook zijn er praktijken waar de praktijkondersteuner praktijkmanager is. In meerd
Data Loading...