Apexificatie na autotransplantatie
- PDF / 152,991 Bytes
- 2 Pages / 598.583 x 845.198 pts Page_size
- 45 Downloads / 160 Views
Zeldzame complicatie met succes behandeld
Apexificatie na autotransplantatie Autotransplantatie (het uitnemen van een natuurlijk gebitselement om het vervolgens op een andere plaats in de mond te plaatsen) is een behandeloptie die veel tand-
centages van 75 tot 92% gevonden. Succes wordt dan geformuleerd als ‘behoud van het verplaatste element, zonder tekenen van parodontaal verval of wortelresorptie’.
artsen vergezocht en risicovol lijken te vinden. Ten onrechte, want autotransplantatie heeft een zeer hoge kans van slagen. Vaak gaat het om de verhuizing van een nog onvolgroeide (tweede) bovenpremolaar naar de plaats van een ontbrekende onder(pre)molaar. Hoewel de behandeling meestal door een orthodontist en kaakchirurg wordt gepland en uitgevoerd, is er ook voor de tandarts een belangrijke rol weggelegd. Al eerder is in TandartsPraktijk aandacht besteed aan autotransplantatie (door Baart e.a. in TP nr. 3, maart 2006 en door Eggink in TP nr. 3, maart 2008). In deze bijdrage ligt, aan de hand van een praktijkgeval, de nadruk op de endodontische aspecten van deze tot de verbeelding sprekende behande-
In veel gevallen zal de pulpa de behandeling overleven. Dit valt gemakkelijk af te leiden uit een voortzetting van de wortelgroei en/of een obliteratie van de pulpaholte. Slechts een heel klein deel van de pulpa’s sterft af na autotransplantatie. Die kans op pulpadood is sterk afhankelijk van de mate van wortelvorming op het moment van transplantatie: hoe meer de wortel is afgevormd, des te nauwer is immers het foramen apicale. In de tabel staan de uitkomsten vermeld zoals een groep onderzoekers onder leiding van Andreasen in 1990 rapporteerde. Duidelijk is dat zodra er sprake is een (bijna) volledige wortelvorming, de kansen op overleving van de pulpa zeer klein zijn. Mede, maar niet alleen, om die reden vindt
ling.
autotransplantatie bij voorkeur plaats als het element voor Autotransplantatie van premolaren is zeer succesvol: in
tweederde tot viervijfde deel is afgevormd. Daarnaast
een Nederlands retrospectief onderzoek werden succesper-
spelen de toestand van de ‘acceptorplaats’ en een atraumatische verwijdering van het donorelement een rol bij het succes van de behandeling.
Pulpadood in relatie tot afmeting foramen apicale voor transplantatie
Na de transplantatie moeten regelmatige controles plaats-
Diameter foramen apicale (mm)
overleving pulpa pulpadood
0,1-0,9
1,0-1,9
2,0-2,9
3,0-3,9
4,0-4,9
5,0-6,9
4 (13%)
53 (87%)
107 (97%)
63 (98%)
10 (83%)
6 (86%)
26 (87%)
8 (13%)
3 (3)%
1 (2%)
2 (17%)
1 (14%)
vinden om de genezing van zowel het parodontium als de pulpa te beoordelen. Bij optredende vernauwing van de pulpaholte is behandeling niet geïndiceerd, maar als er tekenen zijn van pulpadood (gestopte wortelgroei, fistel-
1. Voor behandeling: linguale fistel 2. Voor behandeling: DETI:B; CEB:III
1
2
3
4
3. Plastic rubberdamklemmen 4. Calciumhydroxidepasta aangebracht
2
tandartspraktijk januari 2010
www.tandartspraktijk.nl
vorming, een negatieve reactie op de sensibiliteitstests
Data Loading...