Een medische noodsituatie?

  • PDF / 65,069 Bytes
  • 4 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 32 Downloads / 216 Views

DOWNLOAD

REPORT


Een medische noodsituatie? André Weel (eindredac tie)

H E T A LG E M E E N B E L A N G VA N D E Z E T U C H T Z A A K

Een vreemdeling wil de in Nederland lopende behandeling voor zijn ernstig oorlogstrauma alhier voortzetten, maar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wijst zijn gemotiveerde aanvraag voor een verblijfsvergunning af. De vreemdeling tekent bezwaar aan, en dient ook een klacht tegen de adviserend arts in bij het Regionaal Tuchtcollege, omdat hij diens wijze van beoordeling onzorgvuldig vindt. Het Regionaal Tuchtcollege gaat inhoudelijk opvallend diep op de zaak in en vindt de klacht gegrond, maar het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de wijze van beoordeling de toets der kritiek kan doorstaan. De hieronder sterk verkort weergegeven tuchtzaak is relevant voor alle bedrijfs- en verzekeringsartsen die zich met sociaal medische advisering aan overheidsinstanties bezighouden en moeten adviseren of personen die om gezondheidsredenen een aanvraag indienen voor een voorziening of een vergunning, aan medische criteria voldoen. Uitgaande van dezelfde feiten maken Regionaal en Centraal Tuchtcollege hier een andere afweging, en komen zij tot een andere beslissing. Tot opluchting van de aangeklaagde arts, maar ten nadele van de vreemdeling. Een afweging op basis van ethische principes zou wellicht tot een andere uitkomst hebben geleid. De hier beschreven gang van zaken is leerzaam voor de praktijk van de medisch adviseur. De belangrijkste leerpunten zijn: 1. zorg voor kennis van de relevante wetgeving (hier de Vreemdelingenwet); 2. vraag recente informatie op bij de behandelaars; 3. zorg voor een zorgvuldige en expliciete onderbouwing van het advies, met name als dit afwijkt van eerder gegeven adviezen.

DE FEITEN

Klager is afkomstig uit het land G. en verblijft sinds 2001 in Nederland. Hij lijdt aan een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS). Hij wordt daarvoor behandeld door een psychiater (I.) en een psycholoog, beiden verbonden aan H., een

TBV 19 / nr 6 / juni 2011

instelling voor geestelijke gezondheidszorg te D. Psychiater I. bericht op 22 november 2007 aan de IND dat klager wordt behandeld vanwege een ernstige PTSS en forse depressieve klachten. De behandeling zal van lange duur zijn omdat het een zeer ernstige traumatisering betreft. Terugkeer naar G. alsook het staken van de behandeling kunnen leiden tot grote angsten en spanningen, ongecontroleerd gedrag en kans op suïcidaliteit. I. spreekt van een medische noodsituatie. Op 7 december 2007 vraagt de IND – in verband met de beoordeling of bij klager sprake is van een medische noodsituatie (artikel 64 Vreemdelingenwet) – advies aan het Bureau Medische Advisering (BMA) van de IND. De BMA-arts E. concludeert op 27 december 2007: ‘Behandeling wenselijk; geen medische noodsituatie bij uitblijven ervan. In land van herkomst geen behandeling mogelijk.’ Op aanvullende vragen van de IND komt E. op 18 februari 2008 tot een andere beoordeling: ‘Het uitblijven van de onder 2. genoemde behandeling zal naar mijn oordeel zeker kunnen leiden tot een medische n