Het onderste boven

  • PDF / 306,841 Bytes
  • 1 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 96 Downloads / 172 Views

DOWNLOAD

REPORT


Marjolie van Heijst M. van Heijst is ervaringswerker (FACT) en beleidsmedewerker (De HOECsteen).

Binnen de GGZ doen verhalen de ronde dat patiënten kunnen ontregelen als er zomaar gestart wordt met een traumabehandeling. Daarom wordt er vaak eerst een periode van stabilisatie voorgesteld. Agnes van Minnen maakt zich hard om te bewijzen dat stabilisering geen toegevoegde waarde heeft. Op het najaarscongres van de VGCt in 2012 gaf ze aan dat behandelaren vaak onnodig voorzichtig zijn waardoor patiënten een evidence-based behandeling onthouden wordt. Begin dit jaar werd in het tijdschrift JAMA Psychiatry online een onderzoek gepresenteerd onder 13 Nederlandse GGZ-instellingen. Hierin werden de effectiviteit en veiligheid van traumabehandelingen (exposure en EMDR) onderzocht bij mensen met een ernstige psychotische stoornis. Standaard exposure- en EMDR-protocollen bleken veilig en effectief te zijn bij deze groep en stabilisatie bleek niet nodig.

Het onderste boven

Br on: archpsy c.jama n e t work . com / ar ticle.aspx ?a r t ic l e id

Beeld: Thinkstock

= 2 0 91663

‘De psychiatrie op de schop!’ luidde het thema van De week van de psychiatrie. Of moet het zijn ‘Een schop van de psychiatrie!’? Voor beide slogans valt wel iets te zeggen. De overeenkomst zit erin dat ze klinken als een actie. Zo van: ‘Wakker worden! Het onderste moet boven. Alles moet nu anders!’ De psychiatrie op de schop: misschien is het meer dan actie, een proces? Er vindt duidelijk een verschuiving plaats. Verantwoordelijkheid verschuift van kliniek naar cliënt, van pillen op doktersvoorschrift naar herstel als persoonlijk proces. Daarnaast is er een verschuiving van binnen (de muren) naar buiten: van ‘isoleren’ naar ‘participeren’. De herstelvisie onderstreept dit proces vanuit de gedachte dat de eigen kracht van de cliënt centraal staat, waar voorheen diens klacht in het middelpunt stond. Dit is een belangrijke verandering, waarin cliënt en hulpverlener beiden een rol spelen. Ervaringswerkers leveren een essentiële bijdrage: zij spitten mee, het onderste boven. Toch is dat niet altijd eenvoudig. Soms is de grens tussen de functie van ervaringswerker ofwel ‘professional in herstel’ en jezelf – als mens

met een persoonlijke ziektegeschiedenis – dunner dan je zou willen. Zo kreeg ik laatst ‘een schop van de psychiatrie’ in de vorm van een vraag van een collega-verpleegkundige. Zij vroeg plompverloren: ‘En hoe zat dat bij jou? Betrok jij ook iedereen in een waansysteem?’ Ik mag dan in de loop der jaren een olifantshuid hebben opgebouwd, de directheid van zo’n vraag stoot er met volle kracht doorheen. In mijn antwoord klonk door dat het in ervaringswerk niet zozeer gaat om het hoe en wat van persoonlijke klachten als wel om het leerrendement van opgedane ervaringen, ook vanuit de collectieve ervaringskennis. Toch is het goed dat er gevráágd wordt, hoe onbeholpen en klachtgericht soms ook. Een aspect van ervaringswerk is immers het vergroten van inzicht en invoelbaarheid vanuit ‘cliëntenperspectief ’. Met het accent op herstelvermogen en wat daar v