Lucht geeft lucht
- PDF / 668,337 Bytes
- 5 Pages / 605.302 x 807.07 pts Page_size
- 28 Downloads / 182 Views
Lucht geeft lucht Bij zuurstoftherapie heb je als verpleegkundige een belangrijke rol, maar niet voor iedereen is zuurstof toedienen dagelijkse kost. Hoe zat het ook weer met brillen en maskers, is bevochtigen nodig en mag je nou wel of geen vaseline gebruiken? tekst Francine Aarts fotografie Arno Massee
H
et doel van zuurstoftoediening is om hypoxemie te corrigeren in een acute situatie of bij chronische of palliatieve patiënten. De patiëntengroep bij wie zuurstof het meest wordt toegediend, zijn patiënten met COPD en met hartfalen.1 De toegediende zuurstof wordt vermengd met de normale lucht die de patiënt inademt en levert daardoor maar een paar procent extra zuurstof, legt Maritha Spekschoor uit. Zij is verpleegkundig specialist longziekten bij het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem en vertegenwoordiger van V&VN Longverpleegkundigen bij de Long Alliantie Nederland.
Observeren
Bij het observeren van de ademhaling van de patiënt let je op hoe hij ademhaalt, met welke frequentie en hoe hij de ademhalingsspieren gebruikt. Dit geeft informatie over de ademarbeid die een patiënt moet verrichten om voldoende zuurstof nursing | oktober 2020
te krijgen. Een afwijkende ademhaling wijst erop dat de patiënt moet compenseren voor een tekort. Een grauwe of blauwige gelaatskleur kan een teken zijn van cyanose. Is de patiënt onrustig of angstig, dan kan dat ook wijzen op hypoxemie. Een te hoge dosering kan eveneens klachten geven, zoals hoofdpijn, sufheid, transpireren en een versnelde pols. Controleer bij twijfel altijd de zuurstofsaturatie in het bloed.
Toedienen
Voor het toedienen van zuurstof zijn verschillende mogelijkheden. Bij een dosering tot 6 liter per minuut is in principe de neusbril de meest geschikte – want meest comfortabele – toedieningsvorm.1,3
Als meer dan 6 liter zuurstof per minuut nodig is, komt het zuurstofmasker in beeld.
De patiënt kan er gewoon mee eten, drinken en praten, en de neusbril geeft geen opgesloten gevoel. Bij meer dan 6 liter per minuut is een neusbril geen goede keuze, omdat een dergelijk hoge dosis de ingeademde zuurstofconcentratie niet verder verhoogt, maar wel de neusslijmvliezen irriteert, en oorsuizen, hoofdpijn en een constant slikgevoel kan veroorzaken. Bij toediening van meer dan 6 l O2 / minuut is het zuurstofmasker een van de
Bij een te lage flow blijft er te veel koolzuurgas achter in het masker en stijgt het CO2-gehalte in het bloed
aandachtspunten bij zuurstoftoediening 25
naar beneden. Door praten worden de neusstukjes namelijk naar boven geduwd. Zit de neusbril verkeerd om, dan kunnen de neusstukjes in de binnenkant van de neus vast komen te zitten. Sommige verpleegkundigen hebben geleerd de neusbril te bevochtigen voor het inbrengen, maar volgens Schuermans is dit niet nodig. Ook komt het niet voor in de richtlijnen.2,3 Na het inbrengen bevestig je de slangetjes achter de oren en maak je ze vast onder de kin. Observeer regelmatig of er drukplekken ontstaan achter de oren of op de bovenlip. Verdeel zo nodig de druk met speciale schuimrubber beschermstukjes of
Data Loading...