Terugvalpreventie bij stoppen met roken

  • PDF / 178,662 Bytes
  • 1 Pages / 609.449 x 807.874 pts Page_size
  • 43 Downloads / 173 Views

DOWNLOAD

REPORT


Terugvalpreventie bij stoppen met roken Ton Drenthen

Er zijn verschillende effectieve methoden die rokers helpen te stoppen met roken, zoals gedragsmatige ondersteuning en medicamenteuze behandeling. Veel gestopte rokers vallen echter na enige tijd terug en beginnen weer te roken. De auteurs van deze cochranereview onderzochten verschillende interventies voor terugvalpreventie, zoals aanleren van vaardigheden om met verleidingen om te gaan, verlengen van de medicatieduur of aanvullende ondersteuning. Zij concluderen dat gedragsmatige interventies niet effectief zijn, maar verlenging van de duur van medicamenteuze behandeling (vooral met varenicline) mogelijk wel. De auteurs selecteerden 77 onderzoeken (in totaal 67.285 deelnemers): 21 onderzoeken met een hoog risico op vertekening, 51 met een onduidelijk risico op vertekening en 5 onderzoeken met een laag risico op vertekening.1 Achtenveertig onderzoeken betroffen mensen die waren gestopt (‘stoppers’) en 29 onderzoeken hielpen mensen te stoppen en testten vervolgens behandelingen om terugval te voorkomen. Zesentwintig onderzoeken waren gericht op speciale populaties die waren gestopt, bijvoorbeeld vanwege zwangerschap (18 onderzoeken), ziekenhuisopname (5 onderzoeken) of militaire dienst (3 onderzoeken). In de meeste onderzoeken werden gedragsinterventies gebruikt (aanleren vaardigheden om met de drang om te roken om te gaan of aanvullende ondersteuning). Sommige onderzoeken testten uitgebreide farmacotherapie. De auteurs concentreerden zich op de resultaten van de onderzoeken die onthouders randomiseerden, aangezien dit de beste test is voor interventies om terugval te voorkomen. Van de 12 analyses toonden 3 farmacotherapieanalyses voordelen van de interventie: ■ varenicline (1 onderzoek 12 weken, 1 onderzoek 40 weken) bij geassisteerde onthouders (2 onderzoeken; n = 1297; risicoratio (RR) 1,23; 95%-BI 1,08 tot 1,41; matige risico op vertekening); ■ rimonabant (anti-obesitasmiddel dat van de markt is gehaald) bij stoppers in de interventiegroep (1 onderzoek; RR 1,29; 95%-BI 1,08 tot 1,55); ■ nicotinevervangende therapie (NRT) bij niet-begeleide onthouders (2 onderzoeken; n = 2261; RR 1,24; 95%-BI 1,04 tot 1,47). De rest van de analyses van farmacotherapieën bij stoppers hadden niet-significante betrouwbaarheidsintervallen. Deze omvatten NRT bij ziekenhuisopnames (2 onderzoeken; n = 1078; RR 1,23; 95%-BI 0,94 tot 1,60), NRT bij stoppers in de interventiegroep (2 onderzoeken; n = 553; RR 1,04; 95%-BI 0,77 tot 1,40; bewijs met grote kans op vertekening), uitgebreide bupropion bij onthouding van begeleiders (6 onder88

HUISARTS EN WETENSCHAP  OKTOBER maand null 2020

zoeken; n = 1697; RR 1,15; 95%-BI 0,98 tot 1,35; matige kans op vertekening) en bupropion plus NRT (2 onderzoeken; n = 243; RR 1,18; 95%-BI 0,75 tot 1,87; grote kans op vertekening). Analyses van gedragsinterventies bij stoppers toonden geen effect bij abstinente zwangere en postpartum vrouwen (aan het einde van de zwangerschap en bij postpartum follow-up), bij ziekenhuispatiënten en bij onthouders uit d