Verweerder zal in nieuw te nemen besluit per zorgvorm concreet inzichtelijk moeten maken in welke omvang eiseres naast v

  • PDF / 64,725 Bytes
  • 1 Pages / 476.22 x 685.985 pts Page_size
  • 111 Downloads / 164 Views

DOWNLOAD

REPORT


488

verweerder zal in nieuw te nemen besluit per zorgvorm concreet inzichtelijk moeten maken in welke omvang eiseres naast verblijf aangewezen was op andere vormen van awbzzorg

De Rechtbank ’s-Hertogenbosch wees op 11 november 2010, onder nummer AWB 09/2851, uitspraak in een geschil met het indicatieorgaan. Eiseres verbleef zonder geldige indicatie in een AWBZ-instelling (Algemene wet bijzondere ziektekosten). In het kader van het landelijk project indicatiestelling was aan eiseres een indicatie in de vorm van een Zorgzwaartepakket (ZZP) VV05 afgegeven. Eiseres stelde zich op het standpunt dat verweerder in strijd met het Besluit zorgaanspraken AWBZ (Bza) en de beleidsregels indicatiestelling AWBZ geen rekening had gehouden met de werkelijke zorgbehoefte van eiseres. Het aantal uren behorend bij het geïndiceerde ZZP waren onvoldoende om in haar zorgbehoefte te voldoen. Verweerder stelde zich op het standpunt dat eiseres geen procesbelang had, nu zij al jarenlang intramuraal verzorgd wordt en de bestreden indicatie dit niet anders maakte. Eiseres bleef de zorg ontvangen die zij altijd heeft ontvangen. Verder stelde verweerder dat het geïndiceerde ZZP volledig in de zorgbehoefte van eiseres voorziet. De rechtbank overwoog dat eiseres wel een procesbelang had nu het indicatiebesluit haar de juridische basis verleent voor het verkrijgen van AWBZ-zorg. Dat eiseres in de praktijk zorg ontvangt onafhankelijk van de inhoud van het indi-

zorg & financiering > 4-2011

catiebesluit deed aan dit oordeel niet af. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet per zorgvorm de objectieve zorgbehoefte als bedoeld in artikel 6 van het Zorgindicatiebesluit (Zib) had geïnventariseerd. Verweerder had volstaan met te beoordelen welk cliëntprofiel het meest overeenkwam met de situatie van eiseres. Deze werkwijze kan ertoe leiden dat een ZZP wordt aangewezen dat niet overeenkomt met de objectieve, per zorgvorm bepaalde zorgbehoefte van de individuele verzekerde. De rechtbank was onder verwijzing naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) (LJN BO1797) van oordeel dat een dergelijke werkwijze zich niet verdraagt met het bepaalde in het Bza en het Zib, omdat in die werkwijze wordt geabstraheerd van de objectieve zorgbehoefte per zorgvorm van de individuele verzekerde. De rechtbank kon derhalve niet beoordelen of de objectieve zorgbehoefte van eiseres per zorgvorm groter is dan het totaal van de in het ZZP VV05 geïndiceerde zorg. Het besluit was dan ook onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd. Het bestreden besluit werd daarom vernietigd. In het nieuw te nemen besluit moest verweerder per zorgvorm concreet inzichtelijk maken in welke omvang eiseres naast verblijf aangewezen was op andere vormen van AWBZ-zorg. Zie ook RZA 2011, 4. Bron: RZA 2011, 20