Controverses, complicaties en nieuwe technieken in nierchirurgie

  • PDF / 198,381 Bytes
  • 3 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 42 Downloads / 186 Views

DOWNLOAD

REPORT


Controverses, complicaties en nieuwe technieken in nierchirurgie A. H. (Heleen) de Vries · Patricia J. Zondervan · Harrie P. Beerlage

Introductie Sinds de introductie van minimaal-invasieve chirurgie (MIS) in de jaren ’90 van de vorige eeuw heeft de nierchirurgie een enorme vlucht genomen. Na de eerste laparoscopische nefrectomie in 1990 door Ralph Clayman volgde in 2001 de eerste robotgeassisteerde nefrectomie door Bertrand Guillonneau. Inmiddels wordt in Nederland de nierchirurgie grotendeels minimaal-invasief uitgevoerd. Is er in dit tijdperk nog ruimte voor open nierchirurgie? Hoe ver gaan we in niersparende chirurgie? Wat zijn de belangrijkste complicaties van nierchirurgie, en wat is het belang van vaardigheidstraining en centralisatie in hoogvolumecentra in het voorkomen hiervan? En tot slot: wat brengt de toekomst? Deze vragen zijn besproken tijdens het EAU20 Virtual. Dit artikel zal hier kort op ingaan.

Controverses in nierchirurgie De verschuiving van open naar robotchirurgie: waar ligt de grens? In de plenaire sessie ‘Nightmare on robotics’ besprak dr. Larcher een complexe casus van een patiënt met een cT3b-niertumor bij wie een robotgeassisteerde radicale nefrectomie (RARN) met cavotomie en trombectomie werd verricht. De ingreep werd volledig robotgeassisteerd uitgevoerd door een uroloog en werd gecompliceerd door een bloeding uit een niet-geïdentificeerde arterie en lumbaalvene. Hierdoor duurde de operatie ruim vijf uur en trad 3.200 cc bloedverlies op. De patiënt bracht postoperatief tien dagen door op de IC en had kortdurend hemodialyse nodig [1]. Deze casus werd uitgebreid nabesproken door een aantal expert-urologen en mr. Leigh, participerend advo-

dr. A. H. (Heleen) de Vries () afdeling Urologie, Amsterdam Universitair Medisch Centrum, ­locatie VUmc, Amsterdam, Nederland [email protected]

caat. De laatste stelde kritische vragen over de gebruikte benadering (“Had deze complexe ingreep niet direct open moeten worden uitgevoerd?”) en over de afwezigheid van een vaatchirurg. Prof. Schwentner beaamde dat een dergelijke casus in veel centra nog open benaderd zal worden met de assistentie van een vaatchirurg, maar hij was ook van mening dat een ervaren roboturoloog de operatie zelfstandig robotgeassisteerd zou moeten kunnen uitvoeren, mits voldaan wordt aan de volgende sleutelfactoren: 1. Zorgvuldige preoperatieve patiënt planning middels een CT-scan met 3D-reconstructie voor correcte identificatie van de vaatstructuren en collateralen. 2. Een toegewijd operatieteam. 3. Ervaring van de operateur. Niet alleen ervaring met RAPN, maar ook ruime ervaring met open chirurgie is essentieel. Prof. Schwentner benadrukte het belang van ervaring met het verrichten van retroperitoneale lymfeklierdissecties met het oog op omgaan met vaatstructuren. 4. Converteer als een bloeding niet te controleren is met de robot en als je het overzicht verliest, en doe dit liever iets te vroeg dan te laat. Het belang van het uitvoeren van complexe (cT3b en cT3c) nierchirurgie in hoogvolumecentra werd benadrukt, omda