Injectietechnieken, indicaties en contra-indicaties

  • PDF / 170,044 Bytes
  • 6 Pages / 439.37 x 666.142 pts Page_size
  • 63 Downloads / 218 Views

DOWNLOAD

REPORT


Ik krijg een corticosteroïdinjectie in een pees of gewricht (thuisarts.nl) In het kort: • Een gewricht of pees kan geïrriteerd en ontstoken raken, een zenuw kan bekneld raken. Dat doet pijn. • Een injectie met corticosteroïden in het gewricht, in de peesschede of rond de zenuw remt de ontsteking. • Hierdoor vermindert de zwelling en de pijn en kunt u weer beter bewegen. • Komen de klachten terug, dan kunt u nog twee keer zo’n injectie krijgen (met 2-4 weken ertussen). • Bel de huisarts bij roodheid, zwelling en warmte op de plek van de injectie, bij koorts of als de pijn erger wordt. Injectietherapie kent een groot aantal vormen met een specifiek doel, injectiesubstantie en verondersteld mechanisme (tabel 1). In de huisartsenpraktijk blijft dit over het algemeen beperkt tot de injectie met corticosteroïden, al dan niet met verdoving. In de huisartsenopleiding zijn er practica voor schouder en knie injectie en op de site van het NHG zijn fraaie instructiefilms te vinden. Ook de sportarts beschikt over diverse behandelmethoden. Veel gebruikt zijn lidocaïne en corticosteroïden, maar ook injecties met hyaluronzuur, autologe bloedinjecties (ACP en PRP injecties) komen in de praktijk voor. De sportarts is zeer terughoudend in het gebruik van met name corticosteroïden, maar soms is dit toch nodig om een blessure te laten herstellen.1 Een minder bekende injectietherapie is prolotherapie (PT). Behandeling door middel van prolotherapie wordt regelmatig toegepast in landen als de Verenigde Staten en Australië. In Nederland wordt deze behandeling nog maar sporadisch toegepast en is daardoor nog vrijwel onbekend. Bij deze injecties wordt dextrose gebruikt.2 Ook bij perineurale injectietherapie (PIT) wordt wel dextrose gebruikt. Acupunctuur en dry needling vindt onder andere toepassing in fysiotherapiepraktijken.3 Diverse andere technieken worden in het kader hiernaast niet besproken. 50

Tabel 1. Injectietherapie modaliteiten Naam / Acroniem

Weefsel(s)

Substantie(s)

Verondersteld mechanisme

Prolotherapie (Regeneratieve Injectie Therapie RIT)

Ligament Pees Gewricht Myo-Fascia

Dextrose e.a.

Weefsel regeneratie

Bioregeneratieve Injectie (BRI)

Myo-Fascia Ligament Pees Gewricht

Bloedplaatjes Stamcellen

Weefsel regeneratie

Perineurale Subcutane Injectie (PSI)

Subcutane sensibele zenuwen

Dextrose Mannitol

Vermindering van neurogene ontsteking

Perineurale Diepe Injectie (PDI)

Zenuw diep in de superficiële fascie

Dextrose Mannitol

Vermindering van neurogene ontsteking

Percutane neuroplastie (PCNP)

Beknelde zenuw diep in de superficiële fascie

Dextrose Mannitol Normale zoutoplossing Steroïde

Mechanische hydrodissectie rond de zenuw (echo geleide procedure)

Perineurale Diepe Injectie in de Caudale ruimte (PDI Caudaal)

Sacrale Hiatus

Dextrose Mannitol

Vermindering van neurogene ontsteking

Epidurale Steroïde injectie

Caudal Intra-laminair Intra-foraminaal

Corticosteroïd

Vermindering van op prostagladine gebaseerde ontsteking

Mesotherapie

Mesoderm

Homeopathische Substantie of Tinctuur

Onbekend

Neurale The