Integratie verslavingszorg en ggz: leidt het tot betere zorg?
- PDF / 181,535 Bytes
- 12 Pages / 476.22 x 685.984 pts Page_size
- 25 Downloads / 183 Views
Ruud Rutten en Gerard M. Schippers *
Verslavingszorg was in Nederland, evenals in veel andere landen, lange tijd separaat van de rest van de ggz georganiseerd. Met het ontstaan van grote geïntegreerde ggz-instellingen en met de acceptatie van verslaving als psychiatrische stoornis, is daar een kentering in gekomen. Meer dan de helft van de Nederlandse verslavingszorg werd in het afgelopen decennium onderdeel van brede ggz-instellingen. Heeft deze kentering geleid tot een verandering dan wel verbetering van het bereik van patiënten, tot veranderingen in het behandelde cohort en/of tot andere vormen van behandeling? Uit een vergelijking van landelijke cijfers uit 1995-1997 met die van 2009-2011 blijkt dat er circa 55 procent meer patiënten en relatief meer vrouwen en vooral meer ouderen werden behandeld. Ook is er een drastische vermindering van opiaatbehandelingen. Verder neemt het aantal patiënten die vaker of permanent behandeld worden toe, maar neemt de totale behandelduur daarentegen af. Ofschoon de instroom van nieuwe patiënten bij de categoriale instellingen iets hoger is, moeten we concluderen dat integratie in de ggz de toegankelijkheid van verslaafden in de zorg niet heeft vergroot of veranderd. Ook in cliëntprofielen zijn er geen belangrijke verschillen tussen categoriale en geïntegreerde instellingen en evenmin in type behandeling. Samengevat betekent dit dat er belangrijke tijdseffecten gelden voor alle instellingen en dat er nauwelijks verschillen zijn tussen wel en niet met de ggz-geïntegreerde instellingen, noch in gunstige, noch in ongunstige zin.
* Drs. R. Rutten is bestuursvoorzitter van Tactus Verslavingszorg. E-mail: [email protected]. Prof. dr. G.M. Schippers is emeritus hoogleraar verslavingsgedrag en zorgevaluatie van het AMC van de Universiteit van Amsterdam. De auteurs danken Ton Mol en Jeroen Wisselink (IVZ) en Tim Kok (Tactus) hartelijk voor hun hulp bij de data-analyses. We danken Maarten Koeter voor zijn constructieve bemerkingen bij eerdere versies.
4
Verslaving, nr. 2 / 2013
Inleiding De afgelopen decennia is er gestreefd naar het integreren van geestelijke gezondheidszorg in grote ggz-organisaties. Dat gold ook de zorg voor verslaafden. Daar waren goede gronden voor. Patiënten die lijden aan een verslaving en daarvoor in behandeling gaan, hebben vaak ook een andere psychiatrische stoornis. Omgekeerd geldt dat veel patiënten in de algemene en de forensische psychiatrie ook verslaafd zijn. Er is vaak sprake van ondersignalering over en weer en daardoor ook van onderbehandeling. Leshners artikel ‘Addiction is a brain disease and it matters’ (Leshner, 1997) markeert een verschuiving van denken, waarbij verslaving meer gezien wordt als een psychiatrische stoornis en daarom niet langer geweerd moet worden in veel psychiatrische behandelingen, maar er juist zou moeten worden ingepast. De ontwikkeling naar een geïntegreerde ggz is niet primair een inhoudelijke aanpassing, maar vooral een organisatorische verandering. Organisatiestrategisch is het echter de vraag of integratie tot verbe
Data Loading...