Sport en bewegen in de ggz en maatschappelijke opvang

  • PDF / 187,702 Bytes
  • 2 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 62 Downloads / 252 Views

DOWNLOAD

REPORT


Sport en bewegen in de ggz en maatschappelijke opvang Veel mensen halen plezier en betekenis uit sporten en bewegen. Sporten en bewegen kunnen ook bijdragen aan een betere kwaliteit van leven van mensen in de geestelijke gezondheidszorg en/of maatschappelijke opvang. Hier gaat dit artikel over. Het eindigt met tips voor het succesvol inzetten van sport voor deze groep. DOOR Niels Hermens

E

en groot deel van de mensen die begeleiding krijgen vanuit de geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijk opvang kampt met een combinatie van problemen. Voorbeelden zijn psychiatrische problematiek, een slechte lichamelijke conditie, moeite met het reguleren van agressie, beperkte toegang tot de arbeidsmarkt, schulden en verslaving. Beleidsmakers en professionals die werken op dit terrein richten zich in eerste instantie logischerwijs vaak op het helpen oplossen van deze problemen. Bij een deel van de mensen kan het echter goed zijn om eerst of tegelijkertijd ook andere stappen te zetten. Dit artikel is een pleidooi voor zo’n mogelijke andere stap. Namelijk het op een goede manier inzetten van sport- en/of beweegactiviteiten als tussenstap naar meer participatie. Met participatie bedoelen we hier dat mensen zo veel mogelijk zelfredzaam meedoen in de samenleving.

De waarde van sport Onderzoeker Richard Bailey vat in een handzaam model samen welke eigenschappen en vaardigheden van mensen samenhangen met sporten en bewegen.1 Hij laat zien dat er in ieder geval goede aanwijzingen zijn dat sporten en bewegen kunnen bijdragen aan zaken als zelfbeheersing, assertiviteit, stressreductie, het opbouwen van een sociaal netwerk, en uiteraard ook de lichamelijke conditie. Al deze mogelijke uitkomsten van sporten en bewegen zijn voorwaarden voor participatie. Dit is

waarom op verschillende plekken in Nederland vrijwillige deelname aan sport- en beweegactiviteiten onderdeel is van de begeleiding en ondersteuning van mensen in de geestelijke gezondheidszorg en/of maatschappelijk opvang. Sport- en beweegdeelname draagt echter niet zomaar bij aan positieve uitkomsten. Zeker voor mensen in een kwetsbare positie, zoals mensen in de geestelijke gezondheidszorg en/of maatschappelijke opvang, zijn eventuele positieve uitkomsten van sporten en bewegen sterk afhankelijk van de context waarin en de begeleiding waaronder het sporten en bewegen plaatsvindt. Denk bijvoorbeeld aan een sportcontext met veel competitie-elementen. De nadruk op competitie kan bij deze mensen juist

negatieve ervaringen veroorzaken. Een voorbeeld van hoe dit gebeurt, is dat mensen die qua sportvaardigheden niet mee kunnen met de rest in plaats van een positief zelfbeeld juist gevoelens van incompetentie kunnen ontwikkelen. De afgelopen twee jaar heb ik als onderzoeker mogen deelnemen aan het onderzoeks- en ontwikkelproject ‘Sport voor Participatie’. Het project is een samenwerking tussen het lectoraat Bewegen, School en Sport van Windesheim, de lectoraten ‘Participatie en Stedelijke Ontwikkeling’ en ‘Werken in Justitieel kader’ van Hogeschool Utrecht, het Verwey-Jonker Inst