Kapitaal, arbeid en gezondheid
- PDF / 349,626 Bytes
- 5 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 96 Downloads / 167 Views
Leo XIII en zijn encycliek Rerum Novarum:
Kapitaal, arbeid en gezondheid André Weel , J an- W i l l e m K o t e n
Op 15 mei 1891, in het veertiende jaar van zijn pontificaat, vaardigde paus Leo XIII de encycliek Rerum Novarum uit. Nu, precies honderdvijfentwintig jaar later, staan we stil bij de betekenis van deze leerstellige rondzendbrief. Op een cruciaal moment aan het eind van de industriële revolutie vraagt de paus indringend de aandacht voor de gezondheid en het welzijn van de werkende klasse. Daarmee is in veel westerse landen de aanzet gegeven tot een proces van bewustwording. Dat proces leidde op zijn beurt tot wetgeving en andere overheidsbemoeienis, maar ook tot particulier initiatief op het domein van arbeid en gezondheid.
Eerst geven we – sterk ingekort – de inhoud van Rerum Novarum weer. Daarna bespreken we de aanloop en de betekenis ervan in het licht van de situatie aan het eind van de negentiende eeuw. Welke sociaalgeneeskundige lessen kunnen we trekken voor het heden? De encycliek Rerum novarum semel excitata cupidine, quae diu quidem commovet civitates, illud erat consecuturum ut commutationum studia a rationibus politicis in oeconomicarum cognatum genus aliquando defluerent. De geest van ‘het nieuwe’, van revolutionaire verandering, die al lange tijd de naties beroert, moest wel treden buiten de grenzen van het politieke debat, en zijn invloed voelbaar maken in de verwante sfeer van de alledaagse economie. Aldus de openingszin van Rerum Novarum.1 ´Van nieuwe zaken´, zoals de titel letterlijk vertaald luidt, begint met een beschrijving van een uit de hand gelopen probleem: de verpaupering van de werkende massa, vooral in de centra van industriële activiteit. Na decennia van ongebreidelde economische groei en migratie van mensen van het platteland naar de steden, waren aan het eind van de negentiende eeuw de sociaal-economische gevolgen zichtbaar geworden: armoede, slechte behuizing, overbevolking, slechte voedingstoestand, arbeidsletsels, beroepsziekten en invaliditeit. Kortom: de arbeidersquaestie.
tbv jaargang 24 | nr.5 | mei 2016
We volgen hier de tekst en daarmee ook de denklijn die Leo XIII uitzet om het probleem in kaart te brengen en een aanzet te geven voor een oplossing. Vertaalde passages uit de encycliek geven we weer in cursief. Verplaatst u zich, geachte lezer, hiertoe naar het jaar 1891! Allereerst stelt de paus een beknopte probleemanalyse op. De traditionele relaties tussen meesters en werklieden in de gilden zijn grondig veranderd. Heden ten dage ziet men de enorme rijkdommen van een klein aantal mensen tegenover de extreme armoede van de massa; maar ook observeert men een toenemend zelfvertrouwen van de arbeiders. Werkenden zijn overgeleverd, geïsoleerd en hulpeloos, aan de meedogenloosheid van werkgevers en de hebzucht van ongecontroleerde concurrentie. Een klein
215
historie
aantal zeer rijken hebben een juk op de arbeidersmassa kunnen leggen dat weinig beter is dan dat van de slavernij. Het opkomend socialisme claimt dat individuele bezittingen de gemeenschappelijke
Data Loading...