Elektrocardiografie in de huisartsenpraktijk

  • PDF / 565,505 Bytes
  • 5 Pages / 595.276 x 793.701 pts Page_size
  • 84 Downloads / 165 Views

DOWNLOAD

REPORT


Elektrocardiografie in de huisartsenpraktijk Lia Chan, Robert Willemsen, Karen Konings

Inleiding

Volgens een schatting van de zorgverzekeraars maken huisartsen in Nederland ieder jaar op eigen initiatief zo’n 275.000 ECG’s met een specifieke vraagstelling. Of die ECG’s allemaal zin hebben, is regelmatig onderwerp van discussie: het hangt op de eerste plaats af van de indicatie. De NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement stelt dat het ECG een optie is bij het monitoren van patiënten met hypertensie, vooral als de hypertensie moeilijk behandelbaar blijkt of wanneer er een vermoeden van atriumfibrilleren is.1 De NHG-Standaard Acuut coronair syndroom (ACS) meldt dat een ECG in de huisartsenpraktijk bij een verdenking op ACS niet Leerpunten

▶▶Er zijn vijf indicaties voor een ECG in de huisartsenpraktijk.

▶▶De huisarts beoordeelt (de indicatie voor) een ECG.

▶▶Bij patiënten met een onregelmatige pols of

andere symptomen die kunnen wijzen op atriumfibrilleren (AF) is een ECG altijd geïndiceerd om de diagnose te bevestigen. Het is zinvol om bij iedere bloeddrukmeting de pols te voelen en, bij onregelmatigheid, met de huisarts te overleggen: een ECG kan geïndiceerd zijn. ▶▶Bij een vermoeden van een ritmestoornis, kan een ECG de stoornis aantonen of uitsluiten, maar alleen op het moment dat de patiënt de klachten daadwerkelijk heeft. ▶▶Bij een bradycardie is een ECG altijd geïndiceerd, als het uitvoerbaar is. ▶▶Bij stabiele angina pectoris kan een rust-ECG prognostische informatie geven en/of als uitgangspunt dienen voor een inspanningstest. ▶▶Bij een vermoeden van hartfalen kan een normaal ECG de diagnose uitsluiten en kan een afwijkend ECG helpen om het onderliggend lijden op te sporen. In een latere fase kan het

118

geïndiceerd is, omdat een negatief resultaat de diagnose niet kan uitsluiten.2 Bij stabiele angina pectoris is een rust-ECG nuttig, omdat er meer tijd is en omdat een eventueel oud myocardinfarct of een geleidingsprobleem op het ECG diagnostische en prognostische meerwaarde hebben.3 De NHG-Standaarden Hartfalen en Atriumfibrilleren ruimen wel een prominente plaats in voor het ECG. Het ECG kan van waarde zijn bij het uitsluiten van hartfalen, bij het zoeken naar een onderliggende oorzaak én bij de opvolging van hartfalen.4 De diagnose atriumfibrilleren is zelfs uitsluitend met behulp van een ECG te bevestigen.5 In deze nascholing zetten we voor een achttal ECG helpen om progressie of een nieuw onderliggend lijden op te sporen. ▶▶Het ECG is essentieel voor de diagnose atriumfibrilleren (AF), bij bradycardie en bij andere ritmestoornissen, als het gemaakt wordt tijdens klachten. ▶▶Een ECG heeft slechts beperkte waarde bij screening op AF of primaire cardiovasculaire preventie. ▶▶Een ECG is zinloos bij een vermoeden van acuut coronair syndroom (ACS), want een normaal ECG sluit de aandoening niet uit. De huisarts moet de patiënt onmiddellijk insturen bij vermoeden van ACS. ▶▶Bij onverklaarde plotse dood voldoet het niet om een ECG bij familieleden te maken. De huisarts moet ze verwijzen voor uitgebre