Opsporen van atriumfibrilleren in de huisartsenpraktijk
- PDF / 864,639 Bytes
- 4 Pages / 609.449 x 807.874 pts Page_size
- 23 Downloads / 156 Views
Opsporen van atriumfibrilleren in de huisartsenpraktijk Femke Kaasenbrood
Atriumfibrilleren (AF) komt veel voor bij mensen vanaf 65 jaar. De aandoening vergroot het risico op beroerte, hartfalen en overlijden – behandeling (vooral met anticoagulantia) verlaagt deze risico’s. Ongeveer een derde van de AF-patiënten heeft echter geen klachten, wat detecteren bemoeilijkt. Verschillende onderzoeken suggereren dat er in de eerste lijn ruimte is voor verbetering van AF-detectie en screening bij ouderen daarbij mogelijk kan helpen. In het proefschrift Detection of atrial fibrillation in primary care beschrijven wij onder andere wat screening op AF bij ouderen in de Nederlandse huisartsenpraktijk kan opleveren. Atriumfibrilleren (AF) is een veelvoorkomende hartritmestoornis. De prevalentie neemt toe met de leeftijd tot 8% van de 65-plussers en de verwachting is dat de prevalentie in de nabije toekomst zal stijgen.1 Het risico op een ischemische
beroerte is bij AF-patiënten 4,5% per jaar en dat is ongeveer vijfmaal hoger dan bij mensen zonder AF.2,3 Daarnaast verhoogt AF het risico op sterven en hartfalen.4 Behandeling met anticoagulantia (vitamine K-antagonist of niet-vitamine K-orale anticoagulantia) kan het risico op een beroerte met 66% verminderen.3 Vroege detectie van AF is dus belangrijk, want dan kan de patiënt zo snel mogelijk met antistollingsbehandeling starten. Ongeveer een derde van de patiënten met AF heeft echter geen klachten en daarnaast kan AF in een paroxysmale vorm aanwezig zijn.5 Daarom is het opsporen van AF een uitdaging. Soms is een ischemische beroerte de eerste uiting: bij 11,5% van de mensen met ischemische beroerte wordt nieuw AF gediagnosticeerd met registratie van het hartritme gedurende 12 uur.6 De NHG-Standaard Atriumfibrilleren adviseert al opportunistische screening met palpatie van de pols bij het meten van de bloeddruk, met opname van een 12-afgeleiden-elektrocar-
De opsporing van atriumfibrilleren in de reguliere huisartsenzorg lijkt de laatste jaren te zijn toegenomen. Foto: Margot Scheerder november 2020 HUISARTS EN WETENSCHAP NOVEMBER
33
DE KERN ■ Opportunistische screening op atriumfibrilleren (AF) bij mensen van ≥ 65 jaar met een hand-ecg-apparaat blijkt niet te leiden tot extra opsporing van nieuw AF in de huisartsenpraktijk. ■ Systematische screening tijdens de griepvaccinatie lijkt haalbaar en resulteert in 1,1% nieuwe AF-diagnoses van de gescreende groep.
diogram (ecg) bij een onregelmatige pols.7 Daarnaast laten buitenlandse onderzoeken zien dat bij een eenmalige screening 1,4% van de mensen van ≥ 65 jaar nieuw ontdekt AF blijkt te hebben.8 Dat lijkt erop te wijzen dat er ruimte is voor verbetering van AF-detectie in de eerste lijn. Er is nog weinig bekend over wat screening in Nederland oplevert. De huisartsenpraktijk lijkt een goede plek om te screenen op AF, omdat ouderen de praktijk vaak bezoeken (mensen van ≥ 65 jaar doen dat gemiddeld 8 maal per jaar).9 Daarnaast hebben veel huisartsen de mogelijkheid om een 12-afleidingen-ecg te maken voor het bevestigen van de
Data Loading...