De aantrekkingskracht van lijstjes
- PDF / 126,834 Bytes
- 2 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 53 Downloads / 237 Views
De aantrekkingskracht van lijstjes Wi m O tto
Vanuit mijn functie als beleidsmedewerker verzekeringsgeneeskunde bij Sociaal Medische Zaken van UWV krijg ik met enige regelmaat een vraag voorgelegd door de uitvoering. In de eerste helft van 2014 gingen die vragen nogal eens over het medisch beroepsgeheim en de overdracht van gegevens naar anderen. Vaak wil de vragensteller weten wat hij wel en wat hij niet aan (bepaalde) anderen mag overdragen. Zoals zo vaak in ons vak – en ik denk ook elders binnen de geneeskunde – is een kant-enklaar antwoord niet te geven. Niet in de zin van: een lijstje met wat wel mag en een lijstje met wat niet mag. Mijn standpunt is: vanuit de invalshoek van de professional – of hij nu verzekeringsarts of bedrijfsarts is – is het niet gewenst om met dat soort lijstjes te werken. Je moet het gewoonweg niet willen. Ook is terughoudendheid en een zekere scepsis geboden als het gaat om het werken met lijstjes. Even een klein uitstapje: hoe zit het met de overdracht van gegevens en beroepsgeheim? Van belang zijn (onder andere) de volgende aspecten: ⅠⅠ de context van de overdracht van gegevens; ⅠⅠ de relevantie; ⅠⅠ de proportionaliteit; ⅠⅠ het type gegevens; ⅠⅠ de wens van de cliënt. Er ontstaat al een aardig lijstje. Maar schijn bedriegt. Met dit lijstje in de hand kun je namelijk niet zonder nadere afweging beslissen of een gegeven wel of niet mag worden overgedragen. Alleen het laatste ‘criterium’ komt in de buurt. Maar ook de wens van de cliënt is niet leidend. Ook dan moet een afweging worden gemaakt tussen het individuele cliëntbelang en het belang van het collectief. Dít lijstje geeft dus geen antwoord op de vraag ‘Wat wel en wat niet?’ Dit lijstje dwingt de arts tot het maken van een afgewogen keuze. Een bedrijfsarts heeft met precies dezelfde afwegingsproblematiek te maken als de verzekeringsarts. Alleen dan ligt niet zozeer het collectief belang op de andere kant van de weegschaal, maar het belang van de werkgever. Die heeft er belang bij te weten hoe hij optimaal van zijn werknemer gebruik kan maken. En heeft ook een door het collectief opgelegde verplichting ervoor te zorgen dat zijn werknemer optimaal wordt ingezet
TB V 2 2 / n r 9 / n ove mbe r 2 0 1 4
als die werknemer ten gevolge van ziekte beperkingen heeft. Een ander soort lijst, bekend bij verzekeringsartsen en bedrijfsartsen, is de FML. Een lijst waarop op gestandaardiseerde wijze de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt kunnen worden weergegeven. De belangrijkste functie van de FML is dat hij onderdeel uitmaakt van een systeem – het CBBS – dat ons de mogelijkheid biedt om potentieel geschikte functies voor een cliënt op een zeer efficiënte manier te selecteren en te ordenen. De FML bevat alleen conclusies, geen afwegingen. Beide kenmerken van de FML maken hem niet geschikt om te gebruiken voor het maken van afwegingen voor de beoordeling van de belastbaarheid. Of voor de beoordeling van de participatiemogelijkheden. Toch is er een bijna niet tegen te houden roep om de FML ook voor andere doelen in te zetten, waarbij be
Data Loading...