De huisarts: van eenpitter naar netwerkregisseur voor sociaal-medische zorg en leefstijlondersteuning

  • PDF / 162,029 Bytes
  • 2 Pages / 595 x 842 pts (A4) Page_size
  • 46 Downloads / 215 Views

DOWNLOAD

REPORT


Tijdschr Gezondheidswet (2019) 97:3–4 https://doi.org/10.1007/s12508-019-0228-4

De huisarts: van eenpitter naar netwerkregisseur voor sociaal-medische zorg en leefstijlondersteuning Maria Jansen

Published online: 11 February 2019 © The Author(s) 2019

De toekomstige huisartsenzorg staat voor grote uitdagingen. Was de huisarts in het verleden de vertrouwensdokter van zijn patiënt als die zich met klachten meldde, in de komende tien jaar zal de huisarts veel meer teamspeler zijn. Naast de huisarts staan de praktijkondersteuner – in veel huisartsenpraktijken al de normaalste zaak –, de fysiotherapeut, de tandarts, de wijkverpleegkundige, de Wmo-consulent, de arbeidsconsulent, de maatschappelijk werker, de specialist uit het nabijgelegen ziekenhuis die wekelijks spreekuur houdt of expertise inbrengt, de diëtist, de leefstijlcoach, de mantelzorgondersteuner en de welzijnswerker. Zorggroepen ondersteunen deze buurtgerichte netwerken bij het regionale netwerkmanagement.

De huisarts als poortwachter In het Nederlandse zorgstelsel beslist de huisarts over verwijzing naar de specialistische zorg, voor nadere diagnostiek of behandeling. Daar is de afgelopen jaren min of meer vanzelf de doorverwijzing naar de praktijkondersteuner aan toegevoegd. De praktijkondersteuner ontlast de huisarts door laagcomplexe medische controle van de huisarts over te nemen en leefstijlondersteuning aan te bieden. Voor die leefstijlondersteuning maakt de praktijkondersteuner gebruik van sport-, beweeg-, en sociale voorzieningen in de buurt. De huisarts fungeert dus als schakelpunt tussen specialist richting tweede lijn en praktijkondersteuner richting basiszorg in de buurt. De huisarts van de toekomst zal als schakelpunt optreden voor geïntegreerde sociaal-medische zorg en (groepsgerichte) leefstijlcoaching in de buurt. Immers, de overM. Jansen () Academische werkplaats Publieke Gezondheid, GGD Zuid Limburg, Universiteit Maastricht, Maastricht, Nederland [email protected]

heveling van taken van het rijk naar de gemeenten op het gebied van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning, arbeidsparticipatie en de langdurige zorg voor zieken en ouderen dwingt tot een heroriëntatie op de huisartsenzorg. Die huisartsenzorg is tot op heden vooral medische zorg. Huisartsen zijn vooral medisch geschoold. Ziekten zijn het uitgangspunt in de opleiding tot geneeskundige. Maar positieve gezondheid – een breed omarmd begrip – kijkt veel breder dan alleen de medische conditie. Positieve gezondheid wordt gezien als een dynamisch evenwicht tussen de leefomgeving waarin mensen verkeren en hun fysieke, mentale en sociale vermogens waarmee zij zichzelf (of met behulp van anderen) kunnen verweren tegen verstoringen van dit evenwicht. In samenhang kijken naar de medische, sociale, mentale en fysieke conditie, zoals al jaren bepleit wordt [1], vraagt een andere huisartsenzorg. Daarvoor zijn allianties tussen de meer op het individu gerichte gezondheidszorg, de sociale zorg en de publieke gezondheidszorg noodzakelijk. Maar allianties tussen eerste- en tweedelijnszor