De lichamelijke activiteit van kinderen gemeten
- PDF / 93,374 Bytes
- 1 Pages / 595 x 842 pts (A4) Page_size
- 15 Downloads / 171 Views
Aandacht voor de ontwikkeling en implementatie van richtlijnen Voor vrijwel iedere beroepsgroep in de zorg zijn inmiddels richtlijnen ontwikkeld om de kwaliteit van de zorg te bevorderen en te borgen. Maar voldoen deze richtlijnen en worden ze voldoende gebruikt? Aan de implementatie ervan wordt zeker nog niet altijd genoeg aandacht besteed. Hilbink-Smolders en co-auteurs doen verslag van het HARING-project (HAndleiding en toolbox RIchtlijnontwikkeling in Nederlandse Gezondheidszorg) waarin is getracht om een overzicht te verkrijgen van de beschikbare hulpmiddelen op het gebied van richtlijnontwikkeling en -implementatie, alsook van de bekendheid met en het gebruik ervan. Daarnaast werd onderzocht in hoeverre behoefte bestaat aan nieuwe hulpmiddelen. Uit de inventarisatie blijkt dat diverse materialen beschikbaar zijn. Richtlijnontwikkelaars, implementatiedeskundigen, beleidsmakers en beroepsbeoefenaars zijn vooral vertrouwd met klassieke aspecten van richtlijnontwikkeling zoals de knelpuntenanalyse, het opstellen van uitgangsvragen en literatuuronderzoek. Wanneer men bepaalde hulpmiddelen of materialen kent, worden deze doorgaans ook gebruikt. Er bleek vooral behoefte aan nieuw ondersteunend materiaal met betrekking tot het omgaan met botsende belangen, de verspreiding en het toegankelijk maken van richtlijnen en daarvan afgeleide producten, het opstellen van een implementatieplan en het analyseren van ervaren knelpunten. Dit vragenlijstonderzoek vormde de basis voor een invitational conference waarin consensus werd bereikt over twaalf onderwerpen waarvoor nieuwe tools met betrekking tot richtlijnontwikkeling en -implementatie ontwikkeld zullen worden.
60 minuten matig intensief lichamelijk actief moeten zijn. Om te bepalen of aan deze norm wordt voldaan, worden verschillende meetinstrumenten gebruikt. Zo zijn er twee verschillende vragenlijsten in omloop, namelijk de Standaardvraagstelling Bewegen en een vragenset uit de monitor Bewegen en Gezondheid. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van versnellingsmeters. Een probleem is dat de verschillende meetinstrumenten verschillende schattingen opleveren van het percentage kinderen dat voldoet aan de norm van 60 minuten matig actieve inspanning per dag. Schokker en anderen onderzochten de mate van overeenstemming tussen verschillende instrumenten door drie instrumenten toe te passen in dezelfde populaties. Uit hun onderzoek blijkt dat de overeenstemming tussen de meetinstrumenten inderdaad zeer beperkt is. Zo bleek volgens de versnellingsmeter dat slechts 2% van de kinderen dagelijks 60 minuten per dag matig actief zijn. Volgens de Standaardvraagstelling Bewegen en de monitor Bewegen en Gezondheid zou dit respectievelijk 88% en 17% zijn. Dit zijn forse verschillen die voor veel verwarring kunnen zorgen als onderzoeksresultaten van verschillende instrumenten naast elkaar worden gelegd. Het is dan ook essentieel dat bij studies naar de lichamelijke activiteit van kinderen zorgvuldig wordt beschreven welk instrument is gebruikt om de activiteit in kaart te brengen. Duidelijk
Data Loading...