Het sociale domein decentraal en integraal, maar wat betekent dat in de praktijk?

  • PDF / 134,844 Bytes
  • 3 Pages / 595 x 842 pts (A4) Page_size
  • 105 Downloads / 236 Views

DOWNLOAD

REPORT


Tijdschr gezondheidswet (2018) 96:334–336 https://doi.org/10.1007/s12508-018-0197-z

Het sociale domein decentraal en integraal, maar wat betekent dat in de praktijk? Erik Verheggen

Published online: 30 November 2018 © Bohn Stafleu van Loghum is een imprint van Springer Media B.V., onderdeel van Springer Nature 2018

De transformatie in het sociale domein is in volle gang. Met de komst van de nieuwe Wmo, Participatiewet en Jeugdwet in 2015 hebben gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen voor de zorg en ondersteuning van kwetsbare groepen. De decentralisatie van deze taken maakt dat er voor gemeenten kansen liggen om een meer samenhangend en integraal beleid te voeren. Maar om die kansen te grijpen zijn nieuwe samenwerkingsverbanden én een andere benadering van de zorg nodig. ‘Lokaal’, ‘integraal’, ‘decentraal’. Het zijn de sleutelwoorden in elk debat over het sociale domein. Het doel van de veranderingen die nu gaande zijn, is een samenleving creëren waarin iedereen naar vermogen kan en mag meedoen. Maar hoe gaan we dat bereiken? Tijdens de PraktijkvoorbeeldenParade Sociaal Domein, georganiseerd door de VNG, de Werkplaatsen Sociaal Domein en ZonMw, lieten een aantal gemeenten en hun partners zien hoe zij die transformatieopdracht hebben opgepakt. Wat zijn de lessen die we uit deze voorbeelden kunnen leren?

Regie ontbreekt ‘We moeten beter en efficiënter gaan werken’, zegt Pim van Heijst. Als senior onderzoeker bij Hogeschool Utrecht is hij betrokken bij een project rond begeleid leren bij het MBO Utrecht. Een flinke groep studenten aan deze onderwijsinstelling kent grote of kleine

De auteur dankt Pim van Heijst (Hogeschool Utrecht), Thea Versprui (CJG, Capelle a/d IJssel) en Suzanne Verdoold (Gemeente Utrecht) voor hun medewerking. Voor reacties op dit artikel: Marlies Star (ZonMw, Den Haag), [email protected]. E. Verheggen () Leene communicatie, Gouda, Nederland

334

psychische problemen, waardoor ze studievertraging kunnen oplopen of zelfs uitvallen. ‘Er is voor deze studenten al veel ondersteuning beschikbaar’, vertelt Van Heijst. ‘Binnen de school zijn dat de studieloopbaanbegeleiders, studentendienstverleners en de taakdocent zorg. Praktijkbegeleiders ondersteunen de studenten bij hun stage. Ook is er een team dat onder meer faalangsttrainingen verzorgt. Van buitenaf zijn er de buurtteams MBO. Alles bij elkaar is dat een groot aantal mensen. Maar al die hulp sluit niet altijd aan bij de behoeften van de studenten. Zij moeten vaak meerdere keren dezelfde vragen beantwoorden als ze van het ene loket naar het andere worden doorverwezen. Tot nu toe ontbrak de regie.’ Het project draait om ‘begeleid leren’, een methode waarbij studenten hulp krijgen om via regulier onderwijs hun leerdoelen te behalen. Van Heijst: ‘De kern is dat je kijkt wat de student nodig heeft en welke hulpbronnen er beschikbaar zijn. De centrale vraag is hoe we de studenten nu met een integrale samenwerking zodanig maatwerk kunnen bieden dat we schooluitval voorkomen of op een andere manier passende begeleiding kunnen bieden. Het is een pos