Kleine zonden
- PDF / 80,574 Bytes
- 1 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 52 Downloads / 187 Views
Kleine zonden den kunnen uitdrukken. Iets dat de kracht van liegen of verontschulden doet verbleken en aanleiding geeft tot een opwaardering van het mondonderzoek zelf.
Een bericht op Twitter trok mijn aandacht: een tweet waarin een Amerikaanse arts toegaf tegen zijn mondhygiënist te hebben gelogen over zijn flossgedrag. Hij realiseerde zich aan de hand daarvan hoe vaak waarschijnlijk met hetzelfde gemak tegen hém werd gelogen door zijn eigen patiënten. Ik herkende het meteen. De gemiddelde halfjaarlijkse controle is een korte ontmoeting tussen mondzorgverlener en patiënt. Een kwalitatief goed mondonderzoek hoeft ook niet lang te te duren, vooral als er geen specifieke klacht is en het geen bijzondere-zorgpatiënt betreft. Hoe anders is het wanneer er gingivitis of parodontitis geconstateerd wordt. Het is dan de taak van de mondzorgverlener om het gesprek te openen. Als gevraagd wordt naar de mondzorgroutine en/of de voedingsgewoonten, kan mijn patiënt een kleine witte leugen best handig vinden. Het komt anderzijds ook voor dat hij/zij het ‘heel eerlijk wil zeggen’, en wat daaruit voortvloeit is vervolgens een sterke behoefte om zich tegenover mij te verontschuldigen voor de geconstateerde ‘tekortkomingen’. Ik heb me regelmatig verwonderd over dit fenomeen, net als de arts op Twitter dat deed. Al jaren maak ik zulke situaties mee. Ik voel het aankomen en ik voel me er ongemakkelijk bij. De sfeer verandert en het kost tijd en moeite om gracieus door de ‘biecht’ heen te prikken en ter zake te komen. Een defensieve houding enerszijds of een offensieve houding anderszijds staat een soepel gesprek in de weg. Als het met de mondgezondheid van mijn patiënt slecht gesteld is, dan is het voor mij duidelijk dat, hoe dan ook, de mondverzorging geen goed resultaat oplevert. Is het nog nodig om naar de bekende weg te vragen als ik in de mond gingivitis, parodontitis, of cariës aantref?
Als je elkaar jarenlang kent in de relatie patiënt-mondzorgverlener, ontstaat er op den duur een bepaalde halfjaarlijkse routine. Hoe verander je dat binnen de vaak beperkte gereserveerde tijd, zodat er ruimte ontstaat voor een ander gesprek tijdens de controle? Als we het hebben over leiderschap in de mondzorg, dan zal het de tandarts of de mondhygiënist moeten zijn die bewust op die verandering aanstuurt. Want misschien ligt het aan de manier van ondervragen zélf, en is het tijd om juist daar kritisch naar te kijken. Is het mogelijk de patiënt te leiden naar een eerlijke conclusie, zonder verstrikt te raken in een welles-nietes verhaal? Ja, ik vind van wel. De DPSI is mijn manier om de mondgezondheid in de vorm van een cijfer zelf aan het woord te laten. Wat er ook thuis ondernomen wordt aan gebitsverzorging, de DPSI zal vertellen wat het resultaat daarvan is. Met dat cijfer en de aanwezige zelfkennis van mijn patiënt, nodig ik hem/haar uit om een eigen conclusie te trekken. Natuurlijk, het is mijn doel om begeleiding aan te bieden als zich een aandoening in de mond openbaart. Maar door gebruik te maken van de DPSI kan ik een welles-nietes ver
Data Loading...