Opvang en behandeling bij partydrugsvergiftiging
- PDF / 76,593 Bytes
- 9 Pages / 595 x 842 pts (A4) Page_size
- 30 Downloads / 195 Views
Inleiding Artsen komen regelmatig in aanraking met geïntoxiceerde patiënten, waarbij er vaak zogenaamde partydrugs gebruikt zijn. Grofweg kan er bij deze middelen een driedeling gemaakt worden: dempend, stimulerend en geestverruimend. De middelen worden thuis, in de kroeg, in een discotheek of op een houseparty gebruikt. Cocaïne, xtc, ghb, marihuana of ketamine worden gebruikt naast alcohol. De anamnese is om meerdere redenen vaak onbetrouwbaar en het is onbekend wat de patiënt heeft ingenomen. Onder de term ‘toxidroom’ wordt verstaan het complex van verschijnselen dat hoort bij het gebruik van een bepaalde giftige stof. De kennis van toxidromen kan de arts helpen een bepaalde stof of een groep stoffen te herkennen, met veelal vergelijkbare behandelstrategieën. In dit overzicht worden het sympathicomimetisch (ofwel stimulerend) toxidroom en het opiaat, sedatief- en alcoholisch-toxidroom beschreven in respectievelijk de eerste en tweede casus (xtc, cocaïne) en de derde casus (ghb). Echter, bij een mengintoxicatie kan een moeilijk te duiden mengbeeld ontstaan. Er is in dit artikel voor gekozen om alcohol niet apart te bespreken en zich te concentreren op partydrugs, enerzijds omdat alcohol een aparte bespreking rechtvaardigt, anderzijds omdat intoxicaties met partydrugs zeldzamer en daardoor minder bekend zijn bij behandelaren. Dat wil dus niet zeggen dat alcoholintoxicaties minder van belang zijn. Naast de acute problematiek kunnen alcoholintoxicaties bij kinderen immers ernstige negatieve effecten hebben op het zich ontwikkelende brein. Omdat artsen een inschatting moeten maken van de ernst van het toestandsbeeld en uiteindelijk het behandelplan moeten * Drs. M. Vroegop is SEH-arts bij de afdeling spoedeisende hulp van UMC St Radboud Nijmegen. E-mail: [email protected]. Dr. C. Kramers is farmacoloog-internist bij de afdeling farmacologie van UMC St Radboud Nijmegen.
Methodiek in praktijk
Maurice Vroegop en Kees Kramers *
60
Verslaving, nr. 1 / 2012
opstellen, is deze bijdrage geschreven vanuit het perspectief van een behandelend arts. Hierdoor is gebruik van medisch technisch vakjargon onontkoombaar. Algemene opvang Een patiënt met een intoxicatie kan zich presenteren met een grote variëteit aan symptomen. Aan de hand van het MIST-principe wordt aangegeven om wat voor intoxicatie het gaat en onder welke omstandigheden de patiënt is gevonden of onwel is geraakt (‘mechanism of injury’ ofwel M), of er naast de intoxicatie sprake is van bijkomende letsels (‘injuries’ ofwel I), wat de vitale parameters zijn van de patiënt (‘signs’ ofwel S) en welke therapie er prehospitaal is gegeven (‘treatment given’ ofwel T). Het klinische beloop van de geïntoxiceerde patiënt is grotendeels afhankelijk van de specifieke toxiciteit van de stof en de kwaliteit van de in de eerste uren geleverde zorg. Vanzelfsprekend krijgen levensreddende handelingen voorrang op een speurtocht naar de identiteit van de drug. De opvang en stabilisatie van de patiënt dient uitgevoerd te worden met aandacht voor de toediening van zuurstof via ee
Data Loading...