Complexe situaties in consultaties over euthanasie of hulp bij zelfdoding

  • PDF / 772,926 Bytes
  • 3 Pages / 609.449 x 807.874 pts Page_size
  • 68 Downloads / 209 Views

DOWNLOAD

REPORT


Complexe situaties in consultaties over euthanasie of hulp bij zelfdoding Tessa Bergman, Roeline Pasman, Bregje Onwuteaka-Philipsen

Het publieke debat over euthanasie of hulp bij zelfdoding gaat vooral over patiënten met een psychiatrische aandoening of dementie en over voltooid leven. Dit zijn situaties die als ‘complexe’ casussen worden beschouwd. Geconsulteerde SCEN (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland)-artsen hebben in de praktijk ook te maken met andere als complex ervaren aspecten. Bijvoorbeeld een jonge patiënt, een moeizame communicatie met de patiënt en druk van de naasten. Het SCEN-programma kan hieraan aandacht besteden.

In 2015 vond in 4,6% van de sterfgevallen in Nederland euthanasie of hulp bij zelfdoding plaats.1 Volgens de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding zijn artsen niet strafbaar voor het uitvoeren van euthanasie als aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan en zij de euthanasie rapporteren aan de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie. De arts van de patiënt moet dan wel ten minste 1 andere, onafhankelijke arts raadplegen.2 Deze onafhankelijke arts beoordeelt of aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan en adviseert de behandelend arts.3,4 De geconsulteerde arts moet in staat zijn een eigen oordeel te geven, onafhankelijk van zowel de behandelend arts als de patiënt. Ruim driekwart van deze consultaties wordt uitgevoerd door een SCEN-arts (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland).1 Het SCEN-programma van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) moet de kwaliteit van de consultaties bij euthanasie en hulp bij zelfdoding waarborgen. Belangrijke onderdelen hierbij zijn het driedaagse trainingsprogramma en de intervisie (driemaal per jaar).5 Het publieke debat over euthanasie en hulp bij zelfdoding richt zich de afgelopen jaren voornamelijk op patiënten met een psychiatrische aandoening of dementie, en op voltooid leven, situaties die als ‘complexe’ casussen worden beschouwd.6-8 In 2019 was er in 1% van de gemelde gevallen van euthanasie en hulp bij zelfdoding sprake van een psychiatrische aandoening, betrof 2,5% dementie en

Dit is een bewerkte vertaling van Bergman TD, Pasman HRW, Onwuteaka-Philipsen BD. Complexities in consultations in case of euthanasia or physician-­ assisted suicide: a survey among SCEN physicians. BMC Fam Pract 2020;21:6. Publicatie gebeurt met toestemming.

2,7% een stapeling van ouderdomsaandoeningen.9 Eerder onderzoek wees uit dat behandelend artsen het uitvoeren van euthanasie minder goed voorstelbaar vinden voor deze groepen patiënten dan voor kankerpatiënten.7 Mogelijk omvatten de complexe situaties in het publieke debat niet alle als complex ervaren situaties. SCEN-artsen verschillen door hun rol van de behandelend arts: ze zijn opgeleid in en hebben de meeste ervaring met het beoordelen van de zorgvuldigheidseisen, onderhouden geen langdurige relatie met de patiënt, beoordelen de criteria op basis van de wet en voeren de euthanasie niet uit. Wij onderzochten welke complexe aspecten