Tillen en rugklachten, een complexe relatie

  • PDF / 58,314 Bytes
  • 2 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 14 Downloads / 183 Views

DOWNLOAD

REPORT


dat de belasting niet altijd vermindert en de procestijd vaak langer wordt. De arboprofessional weegt met leidinggevende en werknemers de voor- en nadelen. Vermindering van het tilgewicht. Door het gebruik van lichtere of kleinere objecten treden soms ongunstige bijwerkingen op om bijvoorbeeld een vergelijkbare productie te halen. De arboprofessional weegt met leidinggevende en werknemers de voor- en nadelen.

Voor tillen zijn veel hulpmiddelen verkrijgbaar, vaak met een specifieke toepassing. Arbocatalogi kunnen een goede informatiebron zijn. De arboprofessional weet dat veel van die hulpmiddelen niet goed in de praktijk zijn geëvalueerd. Daarom is het van belang dat de arboprofessional in samenspraak met leidinggevende en werknemers en op basis van de gegeven interventiemogelijkheden beoordeelt of het hulpmiddel effectief is voor de vastgestelde beoordeelde risico’s in de tilsituatie. In de vierde stap beoordeelt de arboprofessional met de MAC-methode of de NIOSH-formule of de geselecteerde maatregelen daadwerkelijk worden gebruikt en leiden tot een voldoende grote afname van de tilbelasting. Auteurs

De auteurs zijn de leden van de projectgroep van de multidisciplinaire richtlijn Vermindering van tilbelasting om rugklachten te voorkómen: Dr. Paul Kuijer, consulent arbeidsgebonden aandoeningen bewegingsapparaat, Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. E-mail: [email protected]. Dr. Jos Verbeek, bedrijfsarts, epidemioloog, Fin-

nish Institute for Occupational Health en Cochrane Occupational Safety & Health Review Group, Kuopio, Finland. Dr. Leo Elders, bedrijfsarts – klinisch arbeidsgeneeskundige, NVAB. Ing. Nico van Roden, veiligheidskundige, NVVK. Drs. Marion van den Wittenboer, arbeids- en organisatiedeskundige, BA&O. Dr. Bart Visser, lector Oefentherapie, Hogeschool van Amsterdam. Marian Lebbink, projectcoördinator Kwaliteitsbureau NVAB, Utrecht. Prof. dr. Lex Burdorf, hoogleraar Determinanten van Volksgezondheid, Erasmus MC Rotterdam. Prof. dr. Carel Hulshof, bedrijfsarts, bijzonder hoogleraar Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, Kwaliteitsbureau NVAB, Utrecht en Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. LITERATUUR 1. Multidisciplinaire richtlijn Tillen, http://nvab.artsen net.nl/Richtlijnen/NVABrichtlijnen-en-procedureleleidraden/Richtlijn-Tillen.htm. 2. TNO Ziekteverzuim in Nederland in 2010, www.tno. nl/downloads/pb_2012_11_ziekteverzuim_in_nl_2010. pdf. 3. Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Beroepsziekten in Cijfers 2012, www.beroepsziekten.nl/data files/beroepsziekten-in-cijfers/ncvb-BIC-2012.pdf. 4. NVAB-richtlijn Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met rugklachten. 2006, http://nvab.artsen net.nl/Artikel-3/Rugklachten-2.htm. 5. NVAB-richtlijn Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met klachten aan arm, schouder of nek. 2003, http://nvab.artsennet.nl/Artikel-3/Klachten-arm-schou der-of-nek.htm. 6. NVAB-richtlijn Zwangerschap, postpartumperiode en werk – advisering