Lachgas (distikstofoxide): farmacologische en toxicologische aspecten

  • PDF / 343,798 Bytes
  • 11 Pages / 476.22 x 685.984 pts Page_size
  • 84 Downloads / 165 Views

DOWNLOAD

REPORT


Middelen

Raymond Niesink *

Inleiding ‘Amsterdamse uitgaanders massaal aan het lachgas’, kopte dagblad Trouw naar aanleiding van de uitkomsten van het Amsterdamse onderzoek Antenne 2013 (Pronk, 2014). In 2008 nam nog slechts 3% van het uitgaanspubliek af en toe een teug lachgas, in 2013 was dat 33%. Al eerder dit jaar was door het Trimbos-instituut in een internetsurvey onder uitgaanders geconstateerd dat één op de vier uitgaanders in het jaar voorafgaand aan het onderzoek wel eens lachgas had gebruikt. Eind jaren negentig kon je op party’s ballonnen met lachgas kopen. De ballonnen werden gevuld vanuit grote metalen cilinders; tegenwoordig is dat niet meer zo. De cilinders waren bedoeld voor medische doeleinden en werden geleverd aan ziekenhuizen, klinieken voor tandheelkunde, enzovoort. Op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn de bedrijven die handelen in lachgas voor medische doeleinden de eindafnemers van het gas gaan registreren. Aan de verkoop van deze cilinders aan particulieren is daarmee destijds een einde gemaakt. Toch wordt lachgas opnieuw veel gebruikt op feestjes; het gebruik ervan is de laatste jaren explosief gestegen. Gebruikers beschouwen lachgas nauwelijks als een drug, maar meer als een middel om wat te ontspannen. Schadelijk is het volgens hen al helemaal niet, tenminste, als je het met mate gebruikt. Geschiedenis In 1775 - slechts een jaar na de ontdekking van zuurstof - synthetiseerde de Engelse chemicus Joseph Priestly (1733-1829) voor het * Dr. R.J.M. Niesink is farmacoloog/toxicoloog en universitair hoofddocent bij de faculteit Management, Science and Technology van de Open Universiteit. Hij is senior wetenschappelijk medewerker bij het Programma Drug Monitoring van het Trimbos-instituut en landelijk coördinator van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem. E-mail: [email protected].

Middelen

eerst het gas distikstofoxide. Priestly experimenteerde met allerlei gassen en was niet alleen de ontdekker van distikstofoxide en zuurstof, maar ook van koolstofmonoxide, koolstofdioxide, ammoniak en zwaveldioxide. Kort erna (in 1798) stelde Thomas Beddoes - directeur van het beroemde Pneumatic Institute te Clifton, in de buurt van Bristol (GB) - de toen negentienjarige Humphry Davy (1778-1829) aan, om onderzoek te doen naar de gevolgen van het inademen van distikstofoxide en andere gassen voor de mens. Zoals veel natuurwetenschappers in die tijd, experimenteerde Davy met zichzelf als proefpersoon. Hij ademde het distikstofoxide in en kwam in een roes. Hij voelde zich vrolijk en vond dat de effecten van lachgas te vergelijken waren met die van dronkenschap. Davy stelde ook vast dat het inhaleren van een voldoende hoeveelheid van het gas bij de gebruiker kan leiden tot een vorm van tijdelijke bewusteloosheid. Hij gaf distikstofoxide de naam lachgas, omdat veel mensen na het inhaleren van het gas een oncontroleerbare lachbui kregen. Davy deelde zijn ervaringen met collega’s en in de decennia daarna werd lachgas een populair volksvermaak op kermissen en feesten. In de jaren dertig