Capaciteitsorgaan heeft geen regisserende, maar adviserende rol

  • PDF / 63,491 Bytes
  • 1 Pages / 595 x 842 pts (A4) Page_size
  • 103 Downloads / 163 Views

DOWNLOAD

REPORT


Capaciteitsorgaan heeft geen regisserende, maar adviserende rol Victor A.J. Slenter 1

Het juiste platform voor de introductie en beleidsontwikkeling van de nieuwe zorgprofessional ontbreekt op dit moment. Het Capaciteitsorgaan is daarvoor niet gelegitimeerd. Dat laat onverlet dat het Capaciteitsorgaan prima in staat is om ramingen op te stellen voor beroepsgroepen die nog niet bestaan. Dit gebeurt reeds voor net bestaande beroepsgroepen.

Capaciteitsorgaan stelt niet zorgaanbod, maar zorgvraag centraal Het Capaciteitsorgaan is opgericht door een aantal veldpartijen in de zorg met als doelstelling (onder meer) om veldpartijen en overheid te adviseren over de gewenste instroom in de erkende medische vervolgopleidingen. Vertrekpunt voor het Capaciteitsorgaan is daarbij niet de beroepsgroep, maar de bestaande en verwachte zorgvraag naar die beroepsgroep. Gaat het daarbij om een raming voor de benodigde capaciteit aan een beroepsgroep die al langere tijd bestaat, dan benut het Capaciteitsorgaan uiteraard empirische gegevens (aan de vraagkant over bijvoorbeeld toegankelijkheid en wachttijden voor de bevolking, demografie, epidemiologie, en sociaal-culturele ontwikkelingen) om de raming een zo betrouwbaar mogelijk vertrekpunt te geven. Vanaf dat vertrekpunt worden dan meerdere (meestal 9) scenario’s beschreven. Deze scenario’s worden ontwikkeld in samenspraak met experts vanuit de beroepsgroepen, de zorgverzekeraars, de universiteiten en opleidingsinstellingen. Elk scenario kent zijn eigen toekomstige zorgvraag. Deze zorgvraag wordt vervolgens gebruikt om de gewenste instroom als advies aan de minister en de veldpartijen voor te leggen. Van oudsher is deze werkwijze bekend. Minder bekend is wellicht dat het Capaciteitsorgaan dezelfde werkwijze volgt bij beroepsgroepen waarvan historische gegevens over de (ontwikkeling van de) zorgvraag ontbreken. Daarbij kan gedacht worden aan ‘‘nieuwe’’ beroepen, zoals de profielartsen in de sociale geneeskunde, de verpleegkundig specialist, of de SEH arts in het ziekenhuis. Maar ook aan bijvoorbeeld ‘‘oude’’ BIG geregistreerde psychologische beroepen, waar betrouwbare gegevens over de ontwikkelingen in de zorgvraag fragmentarisch aanwezig blijken te zijn. Het Capaciteitsorgaan schakelt in deze gevallen deskundigen in om gegevens uit onderzoek of desk research zo goed mogelijk te valideren en te voorzien van marges. Op deze manier kon bijvoorbeeld een jaar na het erkennen van het nieuwe beroep SEH arts al een eerste raming worden opgesteld. Het is dus in de praktijk mogelijk om een raming op te stellen voor een beroepsgroep die net bestaat. In theorie is het eveneens mogelijk een raming op te stellen voor een beroepsgroep (of functie) die nog niet bestaat, mits er experts voorhanden zijn die de zorgvraag naar deze niet bestaande beroepsgroep (inclusief sub1

Capaciteitsorgaan, Utrecht

stitutie vanuit andere, bestaande beroepen) redelijk betrouwbaar kunnen schatten en een aantal karakteristieken voor het aanbod aan deze niet bestaande beroepsgroep kunnen formuleren.

Capaciteitsorgaan i