UWV toetst de re-integratie-inspanningen van werkgever en werknemer, maar heeft hiervoor de verkeerde artsen in dienst
- PDF / 60,654 Bytes
- 3 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 50 Downloads / 162 Views
|
Organisaties van patiënten/zieke werknemers betrekken bij samenwerkingsprojecten tussen bedrijfsartsen en verzekeringsartsen.9
AANBEVELINGEN
OV E R D E AU T E U R
Hoewel ik mij in een aantal aanbevelingen van Hoedeman et al. wel kan vinden, heb ik over sommige een andere mening. Mijn aanbevelingen zijn: | Begrip SOLK niet meer gebruiken. Geen apart SOLK-protocol en geen aparte behandeling van mensen met ‘niet-eenduidige ziektes’. | Meer aandacht van bedrijfsartsen voor begeleidingsgerichte beoordeling van langdurig zieke werknemers. Kritisch toetsen van diagnose en behandeling en aanvullend onderzoek naar plausibiliteit, aard en ernst van beperkingen. | Meer en beter overleg tussen bedrijfsarts en behandelaars en tussen verzekeringsarts en behandelaars. | Meer ‘warme overdracht’ tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts, minimaal bij deskundigenoordeel en WIA-beoordeling. Dit mag niet leiden tot de overname van het beoordelingskader van UWV door de bedrijfsarts. Wel kan dit de bedrijfsarts helpen om zijn bevindingen voor de verzekeringsarts voldoende inzichtelijk te maken. | Goed onderbouwen en documenteren van het oordeel over de beperkingen door de bedrijfsarts ten behoeve van een deskundigenoordeel en de WIA-beoordeling door UWV. Dit kan de verzekeringsarts helpen om de informatie over de eerste twee ziektejaren beter bij zijn oordeel te betrekken. | Meer gebruik maken van de bevindingen van de bedrijfsarts bij deskundigenoordeel en WIA-beoordeling door verzekeringsarts.
Drs. Y. Jansen is beleidsmedewerker bij de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid. Zij was voor de Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad onder andere lid van de werkgroep voor het protocol participatiegedrag van de NVVG. Zij is auteur van de brochure ‘Werk en inkomen bij ziekte. Een praktische gids’ (Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid, 2012). E-mail: [email protected].
LITERATUUR/NOTEN 1. Multidisciplinaire richtlijn Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten en somatoforme stoornissen. Utrecht: CBO en Trimbos-instituut, 2010. 2. Croon EM de, Sluiter JK, Nijssen TF, et al. Predictive factors of work disability in rheumatoidarthritis: A systematic literature review. Ann Rheum Dis 2004; 63: 1362-1367. 3. Henriksson CM, Liedberg GM, Gerdle B. Women with fibromyalgia: work and rehabilitation. Disabil Rehabil 2005; 27: 685-694. 4. Verzekeringsgeneeskundig protocol Participatiegedrag. NVVG, 2010, par. 5.1 5. Verminderde arbeidsduur. Standaard. Lisv, 2000. 6. Geenen R, Jacobs JWG. De nieuwe diagnostische criteria voor fibromyalgie. Ned Tijdschr Reumatol 2010; 13(4): 52-54. 7. Bossema ER, Kool MB, Cornet D, et al. Characteristics of suitable work from the perspective of patients with fibromyalgia. Rheumatology 2012; 51(2): 311-318. 8. www.centrumchronischziekenwerk.nl. 9. In het kader van het project Kennis en kracht, samen naar een betere keuringspraktijk hebben de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid en de Whiplash Stichting Nederland enkele expertmeetings georganiseerd met onder anderen patiëntenvertegenwoordigers en bedr
Data Loading...