De glazen bol: tijdelijk of duurzaam arbeidsongeschikt?
- PDF / 86,213 Bytes
- 4 Pages / 595.28 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 86 Downloads / 150 Views
De glazen bol: tijdelijk of duurzaam arbeidsongeschikt? Beoordelingskader en jurisprudentie IVA Pau l C r am er
Bij de invoering van de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) heeft de wetgever beoogd terugkeer in het arbeidsproces centraal te stellen. De regels zijn zo gemaakt dat werken met een gedeeltelijke uitkering loont, in tegenstelling tot de WAO waarbij inkomen uit werk volledig verrekend werd met de uitkering. Tegelijk wilde wetgever volledig arbeidsongeschikten zonder kans op herstel niet belasten met herkeuringen en druk om te re-integreren. Voor hen is een aparte regeling gemaakt, de IVA, de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. Dit is geregeld in artikel 4 van de WIA (zie Box 1). Voor de uitkeringsgerechtigde betekent een IVA-uitkering meer zekerheid en tegelijk is de uitkering iets hoger (75% in plaats van 70% van het laatst verdiende loon). Voor de werkgever, met name de eigen risicodragers, zijn de belangen ook groot. De eigen risicodrager heeft er voor gekozen zelf de WGA-uitkering (WGA: Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) te betalen, maar als een werknemer een IVA-uitkering krijgt dan komt dat ten laste van de arbeidsongeschiktheidsfondsen. Een werkgever kan er dus belang bij hebben dat een werknemer een IVA-uitkering krijgt in plaats van een WGA-uitkering. De verzekeringsarts heeft de moeilijke taak om te beoordelen of een cliënt die volledig arbeids
ongeschikt is, duurzame beperkingen heeft of dat er kansen zijn op verbetering van de belastbaarheid. Deze beoordeling is in medisch opzicht lastig: het verloop van een stoornis, de beperkingen en het participatievermogen laten zich moeilijk voorspellen, ook al omdat arbeidsongeschiktheid multicausaal bepaald is. Niet medische factoren spelen een belangrijke rol. Artsen zijn daarom vaak terughoudend met het doen van uitspraken. Een uitspraak doen over wat de functionele mogelijkheden tot functioneren zijn over een jaar of nog later, doet denken aan het doen van een voorspelling met de glazen bol. Tegelijk willen juristen graag duidelijkheid. Iemand is immers juridisch gezien of wel of niet duurzaam arbeidsongeschikt, ruimte voor nuance is er niet. Bovengenoemde factoren maken de beoordeling complex. De complexiteit maakt het oordeel bezwaargevoelig, wat versterkt wordt door de grote belangen. Er zijn dan ook veel bezwaar- en beroepszaken over deze kwestie en inmiddels is er ook veel jurisprudentie. In dit artikel zullen de hoofdlijnen besproken worden op welke wijze de beoordeling van de duurzaamheid plaats moet vinden en ook de hoofdlijnen van de jurisprudentie komen aan bod, voor zover relevant voor de verzekeringsarts en bedrijfsarts.
P.M. Cramer is verzekeringsarts, docent, werkzaam bij de afdeling bezwaar en beroep UWV Amsterdam. Correspondentieadres: [email protected]
tbv jaargang 24 | nr.10 | december 2016
483
voor de praktijk
Beoordelingskader Ten behoeve van de beoordeling van het begrip duurzaamheid heeft UWV een beoordelingskader opgesteld (Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsbeperkingen, int
Data Loading...