De natte vinger van de bedrijfsarts: Is er leven naast de richtlijn?
- PDF / 197,758 Bytes
- 2 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 4 Downloads / 223 Views
De natte vinger van de bedrijfsarts
Is er leven naast de richtlijn? Ton Benschop is bedrijfsarts, werkzaam bij Rendemens.
Een tijdje geleden las ik in de Volkskrant een aantal artikelen over protocolitis bij tuchtcolleges en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Het ging over de handelswijze van huisartsen rondom hulp bij zelfdoding. Misschien heeft u er ook iets over gelezen. Huisartsen worden afgerekend op het volgen van protocollen. Dat leidt niet altijd tot betere zorg, soms vraagt een specifieke context om afwijking van dat protocol. In theorie mag een huisarts ook wel, mits gemotiveerd, afwijken van protocol of richtlijn, maar in de praktijk wordt de huisarts door inspectie en tuchtcollege toch vooral beoordeeld op gehoorzaamheid in plaats van op verstandigheid. Precies daarover schreef ik in het kader van mijn opleiding tot bedrijfsarts een beschouwing. Niet dat er ook bedrijfsartsen zijn (hoop ik) die zich bezighouden met hulp bij zelfdoding. Maar ook bedrijfsartsen worstelen regelmatig met het richtlijndilemma. Naar beste kunnen begeleiden we zieke werknemers, soms wel 2 jaar. Zo’n lange begeleiding volgt zelden een rechte weg. Er doen zich allerlei zaken voor die steeds weer om nieuwe en vaak ingewikkelde afwegingen vragen. Om uiteindelijk tot verstandige advisering te komen. Aan het eind van de rit vinden wij gelukkig niet vaak een IGZ of tuchtcollege, maar wel een UWV. Helaas heeft ook daar de protocolitis toegeslagen. Of de bedrijfsarts wel ‘keurig tussen de richtlijntjes heeft gekleurd’ lijkt soms belangrijker dan dat er tot een verstandig besluit is gekomen. Zijn richtlijnen en protocollen dan zo verkeerd? Ze zijn meestal opgesteld door de dokters zelf en zijn ook nog eens evidencebased. Moeten we dat inruilen voor de willekeur van de individuele dokter, vertrouwen op diens onmetelijke wijsheid of zijn natte vinger, boerenverstand, buikgevoel, klinische blik, of voor zijn op jarenlange ervaring gebaseerde intuïtie?
6
Wetenschappelijk onderzoek naar besluitvorming door individuele artsen laat zien dat dokters het gemiddeld toch slechter doen dan richtlijnen. De redeneerlijnen of algoritmes in die richtlijnen blijken slimmer en betrouwbaarder dan de klinische blik van de individuele dokter. Dat geldt echter voor specifieke situaties, gemiddelde patiënten, grootste gemene delers. Maar hoeveel gemiddelde patiënten zijn er eigenlijk? We weten allemaal dat het blind volgen van het protocol soms gewoon leidt tot slechte zorg, tot slechte niet werkbare oplossingen. Richtlijnen werken slechts in ongeveer 50% van de gevallen. Hoe lossen we dat op? Vanuit een drang naar maximale controle, ik noem het ‘angst vermomd onder de noemer van kwaliteitszorg’, eisen we bewijs, maximale transparantie. Daarop reke-
tbv jaargang 26 | nr.1 | januari 2018
zeepkist
nen we elkaar af. Het is een wijder verspreid fenomeen in onze tijd. Maar helemaal nieuw is het fenomeen niet. Als het specifiek gaat over het handelen van dokters, dan is deze discussie zelfs nog ouder dan de weg naar Rome. Aristoteles schreef er al
Data Loading...