Kwetsbaarheid in tijden van pandemie
- PDF / 125,349 Bytes
- 5 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 52 Downloads / 148 Views
Kwetsbaarheid in tijden van pandemie André Weel , Ruud M e i j , K e v i n De De c k e r e n Peter va n Wenum Aangeboden ter publicatie op 1 juni 2020 Aangeboden in definitieve vorm op 8 juni 2020 Geaccepteerd voor publicatie op 23 juni 2020
Inleiding Op 15 maart 2020 kondigde de Nederlandse overheid verregaande maatregelen af in verband met de COVID -19-pandemie. Centraal daarin stond de drastische beperking van sociale en fysieke contacten met andere mensen. Scholen en bedrijven werden gesloten; wie dat kon moest thuiswerken. Daarmee begon een lockdownperiode van 11 weken. Voor veel mensen, vooral voor mensen met een chronische aandoening, was dat een spannende en onzekere episode. Al snel werd duidelijk dat deze laatste groep een verhoogde kans had op een ernstig ziektebeloop en op overlijden. Sterven aan COVID-19 is een dramatische dood gebleken omdat dat zeer vaak gebeurt op een intensivecareafdeling onder omstandigheden die een normaal menselijk contact met verzorgenden en een afscheid van dierbaren onmogelijk maken. Op 11 mei en 1 juni 2020 zijn stapsgewijze versoepelingen van maatregelen van kracht geworden. Zo zijn op 1 juni restaurants en musea weer opengegaan, weliswaar onder voorwaarden van een maximum van 30 bezoekers en het bewaren van anderhalve meter afstand. Voor veel mensen met een chronische aandoening geeft dat nieuwe onzekerheid omtrent het al dan niet deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, waaronder ook het hervatten van het werk. In dit artikel bespreken we de casus van een medewerkster van een museum die extra kwetsbaar is als het om COVID-19 gaat. Bij zijn advisering van werkgever en
Dr. André N.H. Weel is bedrijfsarts en epidemioloog, werkzaam voor IKA Ned BV te Amsterdam. Drs. Ruud Meij is filosoof, werkzaam bij Governance & Integrity BV te Amsterdam, en bij de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Kevin De Decker is verzekeringsarts, werkzaam bij UWV te Amsterdam. Peter van Wenum is bedrijfsarts, werkzaam bij Van Altena & De Jongh Bedrijfsartsen BV te Alkmaar, en voorzitter van de Commissie Beroepsuitoefening en Ethiek van de NVAB. Correspondentieadres: [email protected]
12
werknemer komt de bedrijfsarts voor een lastig dilemma te staan. Om de voorliggende morele vraag te beantwoorden past de bedrijfsarts de methode van morele oordeelsvorming toe.1 De essentie van deze methode bestaat hierin dat recht wordt gedaan aan alle bij de betreffende advisering betrokken personen. Morele oordeelsvorming is een methodisch onderzoek dat uit zeven stappen bestaat, waarbij de argumenten voor de verschillende handelingsopties, voor zover dat mogelijk is, worden benoemd als beginsel- of gevolgargumenten. Beginselargumenten verwijzen naar rechten van betrokken personen en wegen daarom zwaarder dan gevolgargumenten. Een aantal louter op feiten berustende argumenten kan niet nader worden geclassificeerd. Allereerst presenteren de auteurs een geanonimiseerde casus uit de praktijk van één van hen. Aansluitend worden de zeven stappen van de methode morele oordeelsvorming doorlopen. Daarbij fu
Data Loading...