Multiresistente micro-organismen, op hoofdlijnen voor de bedrijfsarts

  • PDF / 80,850 Bytes
  • 4 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 103 Downloads / 179 Views

DOWNLOAD

REPORT


Multiresistente micro-organismen, op hoofdlijnen voor de bedrijfsarts Jaap Maas

Berichten over multiresistente micro-organismen verschijnen bijna elke week in de media. Naast de reeds langer bekende multiresistente tuberculose en MRSA zien we met enige regelmaat ook ‘nieuwe’ varianten: u herinnert zich de uitbraak van EHEC in Duitsland afgelopen zomer, in september overleed iemand aan een besmetting met ESBL, en ook de Oxa-48 Klebsiella pneumoniae in het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam is herhaaldelijk in het nieuws geweest. Sinds Darwins survival of the fittest weten we dat resistentievorming in feite een aanpassingsmechanisme is. Verontrustend is echter de snelheid waarmee resistentievorming zich tegenwoordig voltrekt.1 Antibioticaresistentie houdt in dat een bacterie bestand is tegen een bepaald antibioticum. De oorzaak van de resistentie is meestal menselijk gedrag: 1. in sommige landen worden antibiotica op grote schaal toegepast, bijvoorbeeld in Amerika; 2. patiënten met verkoudheid of griep ‘eisen’ antibiotica van de huisarts. Die stemt daarmee in, louter om de patiënt ter wille te zijn, maar nodig is het niet. 3. het preventief voorschrijven aan immuungecompromitteerde patiënten (bijv. de selectieve darmdecontaminatie (SDD) bij IC-patiënten die langdurig kunstmatig beademd worden);2 4. het niet afmaken van een kuur of langdurige behandeling met lage doseringen; 5. massaal veterinair en agrarisch antibioticagebruik; 6. transport en uitwisseling van resistente micro-organismen door toegenomen wereldwijde handel.

MULTIRESISTENTE MICRO-

Dr. J.J. Maas is bedrijfsarts-epidemioloog

ORGANISMEN,

bij het Nederlands Centrum voor

WERKNEMERS-

Beroepsziekten, Coronel instituut, AMC,

VEILIGHEID,

Amsterdam.

M E C H A N I S M E N VA N D E N I E U W V E R WO R V E N R E S I S T E N T I E

Men spreekt van een verworven resistentie als het om een nieuwe eigenschap gaat die er eerst nog niet was en die ontstaan is door een verandering in het genetisch materiaal. Bij bacteriën is dat altijd DNA. Bacteriën beschikken over een heel arsenaal aan mogelijkheden om zich ongevoelig te maken voor antibiotica. Voorbeelden zijn ‘spontane’ mutaties, transductie, waarbij bacteriofagen de resistentie overdragen, en conjugatie, waarbij plasmiden dat doen. Conjugatie met plasmiden is de drijvende kracht achter de stijgende incidentie van multiresistente bacteriën. Een plasmide lijkt wat betreft infecterend vermogen op een virus: bacteriën kunnen er massaal mee worden besmet; nieuwe genetische eigenschappen worden zo geïntroduceerd en verspreid. Het verschil is echter dat de infectie de bacteriën niet zwakker, maar juist sterker maakt: ze worden ongevoelig voor allerlei externe factoren – zoals antibiotica. E P I D E M I O LO G I E

Over epidemiologische patronen is van veel multiresistente micro-organismen nog maar weinig bekend. Dat heeft drie oorzaken: ten eerste het hoge percentage van asymptomatisch dragerschap, ten tweede de onbekendheid over de precieze manier van transmissie, en ten derde omdat het reservoir ofwel onbekend is