VASTSTELLING VAN HET PGB VOOR DE FUNCTIE VERBLIJF OP BASIS VAN HET BEDRAG DAT DE VERZEKERDE IN EEN VOOR HAAR GESCHIKTE I

  • PDF / 72,969 Bytes
  • 1 Pages / 476.22 x 685.984 pts Page_size
  • 99 Downloads / 178 Views

DOWNLOAD

REPORT


lijkheid te geven over de voor hen per 1 januari 2012 geldende situatie, heeft de staatssecretaris aan het CIZ de opdracht gegeven om vanaf oktober 2009 te starten met het Herindicatietraject ADL-assistentie. De gebruikers van ADL-assistentie worden in het kader van dit traject ge(her) indiceerd en krijgen een AWBZ-indicatiebesluit dat betrekking heeft op zowel hun situatie vóór, als per 1 januari 2012. Dat betekent onder meer dat het CIZ beoordeelt op welke AWBZ-zorg verzekerde na overheveling van de ADL-assistentie zal zijn aangewezen, op basis van zijn huidige (medische) situatie en de bestaande beleidsregels. Het College hanteerde in casu als uitgangspunt dat de duur van de indicatie moet worden afgestemd op de prognose voor de aandoeningen/ beperkingen van de verzekerde (zie RZA 2006, 188). Zeker in het geval van een medisch niet stabiele situatie zal bij het vaststellen van de geldigheidsduur van de indicatie rekening moeten

196

worden gehouden met de mogelijkheid dat de zorgbehoefte van een verzekerde binnen een bepaalde termijn sterk toe- of af kan nemen. Het ligt in dat geval niet in de rede om een indicatie met een lange geldigheidsduur af te geven. Dat in het kader van het Herindicatietraject ADLassistentie het CIZ gehouden is om verzekerden op langere termijn te indiceren, namelijk voor de periode per 1 januari 2012, nam naar het oordeel van het College niet weg dat, als vóór 1 januari 2012 de (medische) situatie van een verzekerde zodanig wijzigt dat dit gevolgen kan hebben voor zijn behoefte aan AWBZ-zorg, op basis van de gewijzigde situatie een herindicatie zal moeten plaatsvinden, aan de hand van de regelgeving zoals die op het moment van deze herindicatie geldt. Het College beval aan om dit bij de besluitvorming te vermelden, zeker in gevallen zoals in casu, waarbij de medische situatie van verzekerde niet stabiel is. Bron: RZA 2010, 125
2-2011

regels vast te stellen. Dit betekent dat de beleidsregel 2008 van CVZ niet kan worden aangemerkt als beleidsregel in de zin van artikel 1:3 Awb. Voor appellante was de geïndiceerde zorg ten tijde in geding niet naar zorgzwaarte maar in functieklassen vastgesteld. Nu zowel de brief van het ministerie van VWS als de vermelde CVZbeleidsregel betrekki