Verzekeringsgeneeskundige beoordeling van psychotrauma bij (ex-)militairen

  • PDF / 520,306 Bytes
  • 5 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
  • 81 Downloads / 231 Views

DOWNLOAD

REPORT


Verzekeringsgeneeskundige beoordeling van psychotrauma bij (ex-)militairen Han L a nk hor s t , Ma r i j e P a r l e v l i e t , A n n e t t e K o o p

Er zijn circa twintig verzekeringsartsen werkzaam bij of voor het ministerie van Defensie. De werkzaamheden van deze artsen zijn toegespitst op de specifieke populatie van (ex-)militairen. Zo dient na zes maanden ziekte de dienstgeschiktheid van de militair te worden vastgesteld, met andere woorden: er dient te worden beoordeeld of de militair nog in staat is het vak van militair in de volle breedte te vervullen. Een militair heeft recht op een militair invaliditeitspensioen (MIP) als hij blijvend letsel oploopt casu quo invalide raakt tijdens en door de uitoefening van de militaire dienst tijdens een uitzending of een langdurige oefening. Er dient voor toekenning van een MIP een medisch causaal verband te bestaan tussen aandoening en werk. Ook het vaststellen van de medische causaliteit en het bijbehorende percentage militaire invaliditeit is een taak van de verzekeringsarts.

Militair, PTSS, Dienstverband, Causaliteit

De verzekeringsarts bij Defensie krijgt veel gevallen van PTSS ter beoordeling aangeboden.1 Deze PTSS is veelal ontstaan als gevolg van psychotrauma’s die zijn opgelopen in uitzendgebieden als Libanon, Bosnië, Afghanistan, Irak, enzovoort. Het barema waarmee in geval van fysieke letsels het percentage invaliditeit wordt vastgesteld – De War Pension Committee scale – is gebaseerd op een NAVO-verdrag uit 1949, door Nederland ondertekend in 1953. De door Defensie gehanteerde definitie van het begrip invaliditeit ten tijde van de totstandkoming van de WPC luidde als volgt: ‘een vermindering van de anatomische integriteit of functionele capaciteit’. Het ging dus om het missen of niet meer kunnen gebruiken van een lichaamsdeel. Sinds het eind van de jaren zestig werd invaliditeit door de CRvB2 gedefinieerd als ‘de in een percentage uit te drukken mate van lichamelijke en geestelijke tekortkomingen welke de belanghebbende in verhouding tot een geheel valide persoon van gelijke

Mr. J.H.G. Lankhorst, verzekeringsarts, RGA, kolonel-arts, Commandant van het Bedrijf voor Bijzondere Medische Beoordelingen van het ministerie van Defensie.

De WPC-schaal leeftijd in het dagelijks leven in het algemeen ondervindt’. Hier wordt gedoeld op activiteiten in het dagelijks leven, met andere woorden ADL en BDL (bezigheden in het dagelijks leven). Het invaliditeitspensioen werd gezien als periodiek smartengeld; voor de eventuele inkomstenderving was er de WAO en tegenwoordig de WIA. Het PTSS-protocol, in gebruik bij de verzekeringsarts van Defensie De War Pension Committee scale geeft geen richtlijnen voor psychische invaliditeit, bijvoorbeeld in het geval van angststoornissen, zoals blijkt uit onderstaande tekst uit de WPC.

M.S. Parlevliet, verzekeringsarts, luitenant-kolonel-arts, werkzaam bij het Bedrijf voor Bijzondere Medische Beoordelingen van het ministerie van Defensie. A.M. Koop, verzekeringsarts, werkzaam bij het Bureau Sociaal Medisch Onderzoek, Bijzondere Rege