Aanwezig zijn bij een reanimatie, vermindert dat PTSS bij familie?
- PDF / 1,834,130 Bytes
- 2 Pages / 609.449 x 807.874 pts Page_size
- 64 Downloads / 318 Views
EBP
Dit artikel vind je ook op Nursing.nl, onder het thema EBP
Aanwezig zijn bij een reanimatie, vermindert dat PTSS bij familie? 3
CASUS Tijdens reanimaties op de shockroom van de spoedeisende hulp (seh) worden familieleden van de patiënt begeleid. Er zijn ziekenhuizen waar - afhankelijk van de teamleider en de casus - de familie bij de laatste ronde borstkompressies wordt uitgenodigd. Dit gebeurt wanneer het reanimatieteam besluit om het reanimeren te staken. In de richtlijn van de European Resuscitation Council staat niets beschreven over het betrekken van familie, zo ook niet in de Nederlandse vertaling van de Nederlandse Reanimatieraad.1 De vraag is of het aanwezig zijn bij de reanimatie van een naaste effect heeft op de posttraumatische stress (PTSS) die familieleden later ervaren.
?
tekst Eveline Schouten-Hendriks*
1
O Posttraumatische stress (PTSS) na een reanimatie
Formuleer je vraag
2
(PICO: P= patiënt of probleem, I= interventie, C= vergelijking, O= uitkomst) P Familieleden van patiënt I Wel aanwezig bij een reanimatie C Niet aanwezig bij een reanimatie
Zoekstrategie
nursing | september 2020
In Pubmed en in de Cochrane Library werden de volgende zoekstringen uitgevoerd: • Family OR cardiopulmonary resuscitation (CPR) OR presence OR cpr OR
posttraumatic stress disorder OR ptsd OR Resuscitat* OR stress • ("Cardiopulmonary Resuscitation"[Mesh]) OR "Stress Disorders, PostTraumatic"[Mesh]) OR "Family"[Mesh] Dit leverde 3 geschikte artikelen op: 2 publicaties van een randomized controlled trial (RCT)2,3 en een kwalitatief onderzoek op basis van de RCT.4
Beoordeling resultaten De 2 artikelen beschrijven de resultaten van 1 RCT, voor verschillende follow-upperiodes.2,3 In de RCT is gekeken naar PTSS-gerelateerde symptomen bij familieleden wanneer zij wel of niet aanwezig waren bij een reanimatie. Er deden 570 familieleden mee, verdeeld over 15 preklinische medische hulpdiensten (ambulances). De hulpdiensten kregen willekeurig toegewezen of ze het familielid actief mochten vragen bij de reanimatie aanwezig te zijn (interventiegroep), of om dat niet actief te vragen (controlegroep). In de interventiegroep waren 211 van 266 familieleden (79%) aanwezig bij de reanimatie, vergeleken met 131 van 304 familieleden (43%) in de controlegroep. Er werd gekeken naar PTSSgerelateerde symptomen en aanwezigheid van angst- en depressieklachten. Ook bekeken de onderzoekers het effect van aanwezigheid van familieleden bij een reanimatie op het medisch team. Om PTSS-klachten te diagnosticeren werd gebruik gemaakt van de zelfontwikkelde Impact of Event Scale (IES).
In het OLVG in Amsterdam bekijken verpleegkundigen hoe je met evidence based practice (EBP) en klinisch redeneren bedside problemen op kunt lossen
Het scoren van angst- en depressiviteitsklachten gebeurde met de Hospital Anxiety and Depression Scale. Meer PTSS in controlegroep Na 90 dagen was de frequentie van PTSS-gerelateerde symptomen significant hoger in de controlegroep dan in de interventiegroep.2 Ook was dit in de per-protocolanalyse significant h
Data Loading...