MEERKOSTEN LABORATORIUM DOOR DECENTRALE AFNAME NIET AANGETOOND

  • PDF / 72,276 Bytes
  • 1 Pages / 476.22 x 685.984 pts Page_size
  • 101 Downloads / 227 Views

DOWNLOAD

REPORT


wijze was aangetoond dat de beredeneerde toerekeningsmethode onjuist zou zijn. Verweerster had bij haar berekening van het tarief mogen uitgaan van gemiddelde landelijke cijfers op basis van de onderzoeken van ConQuaestor/Significant naar de werkelijke kosten en inkoopvoordelen. Het tarief houdt geen aanspraak op een bepaald inkomensniveau voor individuele

201

meerkosten laboratorium door decentrale afname niet aangetoond

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven deed op 1 oktober 2010, onder nummer AWB 08/1000, uitspraak in een geschil tussen een laboratorium en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het College overwoog onder verwijzing naar eerdere uitspraken, dat het College reeds had geoordeeld dat de uitleg die verweerster sinds de invoering van de beleidsregel aan het begrip ‘prikpunt’ heeft gegeven, niet in strijd is met de tekst van de beleidsregel, noch met de ratio daarvan. Daarbij is er slechts aanleiding voor een hoger afnametarief indien en naar de mate waarin sprake is van omstandigheden die maken dat met de afname van lichaamsmateriaal voor de betrokken instelling hogere kosten zijn gemoeid die redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking komen. Appellante had niet aannemelijk gemaakt dat er door haar samenwerking met DCE meerkosten waren die gelet op de ratio van de beleidsregel redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking zouden moeten komen. In lijn met

30

apothekers is, maar is gericht op het kunnen bereiken van een gemiddeld inkomen. De berekende onzekerheidsmarge was onjuist gebleken, maar dat hoefde niet tot vernietiging van het bestreden besluit te leiden, nu ook zonder de onzekerheidsmarge het tarief voldoende was om het norminkomen te kunnen genereren. Bron: RZA 2010, 151