Beeld van de sportarts

  • PDF / 161,999 Bytes
  • 6 Pages / 439.37 x 666.142 pts Page_size
  • 25 Downloads / 140 Views

DOWNLOAD

REPORT


Sportgeneeskunde is een relatief jong vak binnen de medisch wereld in Nederland. In 1986 werden sportartsen geregistreerd binnen het register van de Sociale Geneeskunde.1 In de daarop volgende jaren kwamen er nieuwe sportartsen bij die hun werkzaamheden verlegden van sociaalgeneeskundige inhoud naar meer curatief werk. In 1993 startte de eerste sportarts zijn werkzaamheden in een intramurale setting, het toenmalige Sophia ziekenhuis in Zwolle, nu Isala.2 Medio 2020 hebben 30 van de 80 Nederlandse ziekenhuizen sportgeneeskunde binnen hun muren opgenomen. Kortom, van sociale geneeskunde is er een verschuiving opgetreden naar steeds meer curatieve geneeskunde.

Wat is sportgeneeskunde? Prof. Jongbloed (hoogleraar in Utrecht van 1942 tot 1965) wordt gezien als de grondlegger van de Nederlandse sportgeneeskunde. Vanuit zijn scoop was sportgeneeskunde vooral een wetenschap, getuige zijn definitie die heel lang stand heeft gehouden: Sportgeneeskunde is de wetenschap die zich bezighoudt met alle aspecten van sportbeoefening, zowel van basaal wetenschappelijke, als van preventieve en curatieve aard.1 Met name in de afgelopen 30 jaar is sportgeneeskunde van een hobby tot een beroep uitgegroeid en vervolgens tot medisch specialist.3 Sinds 2014 is de sportarts een erkend medisch specialist en vanaf 2016 als zodanig opgenomen in het basispakket.4,5 Ons land telt anno 2020 155 geregistreerde sportartsen; de helft is werkzaam in ziekenhuizen, de andere helft extramuraal. Meer dan 20% van hen is gepromoveerd. Een sportarts heeft een 4-jarige vervolgopleiding volbracht. Deze specialistische opleiding bestaat uit klinische stages cardiologie, orthopedie en pulmonologie, gevolgd door een 27 maanden durende stage op een sportgeneeskundige afdeling van een ziekenhuis en/of ZBC (zelfstandig behandelcentrum). Tijdens het 3e of 4e opleidingsjaar is een stage huisartsgeneeskunde ingevoegd, in casu 60 dagen binnen een termijn van een jaar. Sportmedische begeleiding bij een sportclub, sportbond en/of sportevenement(en) is ingepast in de laatste twee jaar van de opleiding, evenals een wetenschappelijke stage. Jaarlijks starten in Nederland zeven aios sportgeneeskunde met de opleiding, die wordt georganiseerd door de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts (SBOS). Tien opleidingsinstellingen zijn erkend door de RGS (Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten). De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de opleiding ligt bij de Vereniging voor 7

Sportgeneeskunde (VSG). Een concilium, bestaande uit opleiders/sportartsen, draagt zorg voor (aanpassing van) het opleidingsplan, de implementatie daarvan in de praktijk en de inhoudelijke afstemming tussen de diverse opleidingsinstellingen. Onder de hedendaagse sportgeneeskunde wordt verstaan: het medisch specialisme dat zich richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van de gezondheid van (potentiƫle) deelnemers aan sport en sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevorderen, waarborgen en herstellen van de gezondheid van mensen met chronische aandoeningen door sport en bewegen.