Preventief sportmedisch onderzoek
- PDF / 462,318 Bytes
- 8 Pages / 439.37 x 666.142 pts Page_size
- 87 Downloads / 161 Views
menvatting In het artikel Sportkeuring uit Bijblijven 2009, omschreef sportarts Ed Hendriks uitvoerig de soorten preventief sportmedische onderzoeken en het nut ervan. Tegenwoordig is er nog steeds een klein aantal sportorganisaties dat dergelijk sportmedisch onderzoek verplicht stelt. Alhoewel je bij het woord onderzoek in sommige gevallen zelfs je vraagtekens kunt plaatsen. Steeds meer organisaties, met name voor de zogenaamde cyclosportieven in Frankrijk, volstaan met een doktershandtekening en de tekst dat uit het dossier van betreffende sporter geen bezwaren blijken tegen intensieve sportbeoefening. Deze verklaring mag in principe door iedere arts in Nederland ondertekend worden en wat zegt het dan? In feite is het de organisatie (in Frankrijk en Italië verplicht) die zich op deze manier vrijwaart van iedere aansprakelijkheid als iemand toch iets onder de leden heeft. Maar als een sporter nooit bij u op consult komt, is deze dan per definitie geschikt om de berg op te fietsen? Reden te meer om de sportkeuring eens onder de loep te nemen, wat doet een sportarts tijdens een dergelijk onderzoek en wat levert het (de sporter) op?
Inleiding Zoals ook al door Ed Hendriks aangehaald, zijn er grofweg drie typen preventief sportmedisch onderzoek bij de sportarts mogelijk, allen vallend onder de aanvullende zorg waardoor een verwijzing niet nodig is: het basis, basis-plus en het groot sportmedisch onderzoek. Het basis sportmedisch onderzoek omvat het doornemen van de sportmedische (Lausanne) vragenlijst waarbij de sportieve prestaties, ambities en trainingsvormen de revue passeren. Daarnaast is er uiteraard ook aandacht voor de medische situatie: ondergane operaties, blessures, medicatiegebruik, supplementengebruik, voedingsgewoontes en familiaire aandoeningen. Bij het lichamelijk onderzoek is er aandacht voor de biometrie (lengte, gewicht en vetpercentage), houdings- en bewegingsapparaat en cardiopulmonale tracti. Een basis sportmedisch onderzoek is in de regel voor sporters die minder dan 7 uur per week sporten, doorgaans kinderen. Het basis-plus sportmedisch onderzoek is ten opzichte van het basis sportmedisch onderzoek uitgebreid met een rust ECG (beoordeeld volgens het Lausanne protocol), een longfunctieonderzoek en een beperkt bloedonderzoek. Dit onderzoek is in principe bedoeld voor s porters die 64
meer dan 7 uur per week sporten en wordt eveneens gebruikt bij wedstrijdsporters. Dan is er nog het groot sportmedisch onderzoek waarbij er aanvullend op het basis-plus sportmedisch onderzoek, een inspanningstest wordt verricht. Bij de meeste sportmedische adviescentra wordt onderscheid gemaakt tussen een gewone (ook wel cardiale) inspanningstest en een VO2 max test (ademgasanalyse, ook wel topsportkeuring genoemd). Een groot sportmedisch onderzoek met een van beide types inspanningstests wordt doorgaans geadviseerd aan sporters boven de 40 jaar en/of sporters die zeer intensief sporten.
Cardiologische inspanningstest De gewone inspanningstest, ook wel cardiologische inspanningstest genoemd, is een inspanningstest
Data Loading...