M-health-technologie: wat vindt de eerstelijnszorgverlener?

  • PDF / 136,649 Bytes
  • 2 Pages / 609.449 x 807.874 pts Page_size
  • 82 Downloads / 159 Views

DOWNLOAD

REPORT


M-health-technologie: wat vindt de eerstelijnszorgverlener? Eline Meijer

Digitale toepassingen in de zorg hebben een implementatiesprint getrokken met de komst van het coronavirus. Videoconsulten zijn ineens aan de orde van de dag. Maar m-health (mobile health)-toepassingen waren eigenlijk al niet meer weg te denken uit het Nederlandse zorglandschap. Bekende voorbeelden zijn beslisondersteuning op een tablet, sms-herinneringen voor afspraken of monitoring van gezondheid van patiënten op afstand. Een cochranereview van kwalitatieve onderzoeken zocht uit hoe zorgverleners tegen m-health-toepassingen aankijken. Geconcludeerd wordt dat m-health geen one-size-fits-all oplossing is en er in iedere situatie moet worden bekeken wat er nodig is om m-health-toepassingen zo goed mogelijk te laten functioneren.

Foto: Shutterstock

Uit eerder kwantitatief onderzoek blijkt dat m-health (mobile health) soms werkt, en soms niet. De auteurs van een recente cochranereview hebben geprobeerd dit wisselende beeld te verklaren en gingen na in welke context m-health-­interventies worden aangeboden. Zij includeerden uitsluitend kwalitatieve onderzoeken. De auteurs concluderen dat m-health invloed heeft op de samenwerking tussen zorgverleners, de manier waarop de zorg wordt verleend, en de relatie tussen de zorgverlener en de patiënt. Deze veranderingen kunnen zowel positief als negatief zijn. Verschillende factoren zijn hierop van invloed, zoals de kosten, de zorgverlener zelf, de technologie en – vanuit een breder perspectief – het gezondheidszorgsysteem en de maatschappij. De auteurs bundelden 43 kwalitatieve onderzoeken, voornamelijk uitgevoerd in laag- en middeninkomenslanden, om in kaart te brengen hoe eerstelijnszorgverleners m-health zien en ervaren.1 De m-health-toepassingen betroffen voornamelijk beslisondersteuning, communicatie via sms of beeld en registratie van gezondheidsinformatie van patiënten. In bijna de helft van de onderzoeken werd de m-health-toepassing gebruikt in de zorg voor moeders, kinderen en pasgeborenen. Uit de grondige synthese van resultaten komen maar liefst 40 bevindingen naar voren, waarvan we de belangrijkste hier kort bespreken. Veel zorgverleners vinden het prettig dat ze met m-health meer verbonden zijn met elkaar en merken dat de coördinatie en kwaliteit van zorg erdoor verbetert. In sommige gevallen zorgt m-health juist voor frustraties en miscommunicaties tussen collega’s. M-health maakt ook dat zorgverleners nieuwe taken oppakken, flexibel kunnen werken en zorg kunnen verlenen aan patiënten in moeilijk bereikbare gebieden. Zorgverleners oordelen minder positief wanneer m-health-toepassingen langzaam of tijdrovend zijn, of extra werk opleveren.

Sommige zorgverleners vinden beslissingsondersteuning via m-health prettig, terwijl andere het ervaren als een bedreiging van hun klinische vaardigheden. Ook een deel van de patiënten is sceptisch over m-health en heeft een voorkeur voor face-to-face contact. Soms zijn er praktische problemen met de mobiele telefoon van de patiënt, zoals onvoldoende belte