Selectie op psychische gezondheid, mag dat?
- PDF / 126,640 Bytes
- 1 Pages / 595.276 x 841.89 pts (A4) Page_size
- 33 Downloads / 168 Views
Selectie op psychische gezondheid, mag dat? André Weel
Deze vraag was het uitgangspunt voor een werkconferentie in het SER-gebouw in Den Haag. Op 30 november 2017 heeft de SER-Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA) werkgevers, HR-professionals, (assessment-)psychologen, bedrijfsartsen, beleidsmedewerkers, juristen en wetenschappers bijeengeroepen om zich te bezinnen op de vraag of werkgevers sollicitanten mogen selecteren op hun psychische gezondheid en belastbaarheid.
De Wet op de medische keuringen (WMK, 1998) verbiedt de aanstellingskeuring, tenzij er sprake is van bijzondere functie-eisen. In de Leidraad Aanstellingskeuringen (2005) worden deze benoemd. Voor elke bijzondere functie-eis wordt aangegeven hoe de belasting en de belastbaarheid gemeten of ingeschat kunnen worden. Psychische functie-eisen komen in de Leidraad niet aan bod. Niemand wist destijds hoe de psychische belasting uit te drukken en daarvoor waarden te definiëren, zoals we dat doen voor de blootstelling aan bijvoorbeeld lawaai. Niet alleen is een aanstellingskeuring in beginsel verboden, ook is het werkgevers en HR-functionarissen niet toegestaan om tijdens sollicitatiegesprekken te informeren naar de gezondheid van de sollicitant. Dergelijke vragen worden beschouwd als een verkapte aanstellingskeuring. Met deze werkconferentie wil CKA grijze gebieden in kaart brengen. Wat mag wel en onder welke condities en wat mag niet? Anouschka Laheij is discussieleider. Zij interviewt CKA-voorzitter prof. Han Anema. Die heeft onderzocht wat er op online-sollicitatieformulieren wordt gevraagd. Vragen naar de gezondheid komen vaak voor. Prof. Willemijn Roozendaal zet de WMK (Werken met Kwaliteit) en de aanleiding ervoor wet nog even kort neer. Vervolgens gaan 6 multidisciplinair samengestelde groepen van elk 6 professionals met elkaar in debat over een drietal casussen. Casus 1: Een HR-functionaris praat met een sollicitant voor de functie van hoofdverpleegkundige IC. Ze vullen samen een formulier in. HR: ‘Het zijn routinevragen. Gebruikt u medicijnen?’ S: ‘Ja, Ritalin, wegens ADHD’. HR: ‘Hoe lang neemt u dat al en hoe beïnvloedt dat uw leven?’ S: ‘Door Ritalin ben ik geconcentreerd’. HR: ‘Mmm… ik weet niet of u wel degene bent die wij zoeken voor deze functie’.
tbv jaargang 26 | nr.2 | februari 2018
Casus 2: Een assessment-psycholoog neemt een interview af bij een sollicitant voor dezelfde functie als in casus 1. AP: ‘Hoe voelt u zich nu?’ S: ‘Nu weer goed, na die burn-out’. AP: ‘Heeft u iets geleerd van die burn-out?’ S: ‘Ik kan beter omgaan met werkdruk’. De psycholoog zegt dat collega’s hier moeite mee zullen hebben en dat hij nog niet zeker weet of hij de burn-out in het rapport zal vermelden. Casus 3: Een gesprek tussen een werkgever en een bedrijfsarts. De werkgever vraagt of de bedrijfsarts psychologische kenmerken van de sollicitant kan betrekken bij de selectie. Kun je de psychische belastbaarheid meten? De bedrijfsarts heeft kennelijk haast, blijft daar heel vaag over. Hij heeft geen antwoord, hij moet weg. Discussie: moete
Data Loading...